Met de computer omgaan
❑ Reinig de behuizing met een zachte, droge doek, eventueel licht bevochtigd met een milde oplossing van een
schoonmaakmiddel. Gebruik nooit schuursponsjes, schuurmiddelen of oplosmiddelen zoals alcohol en benzeen, omdat deze
de afwerkingslaag van de computer kunnen beschadigen.
❑ Als er een voorwerp of een vloeistof in de computer terechtkomt, sluit u de computer onmiddellijk af en haalt u de stekker uit
het stopcontact. Het is aan te raden de computer door een gekwalificeerde reparateur te laten nakijken voordat u de computer
weer gebruikt.
❑ Laat de computer niet vallen en plaats geen zware voorwerpen op de computer.
❑ Plaats de computer niet op een plaats die blootstaat aan:
❑ Warmtebronnen (bijvoorbeeld radiators of luchtkanalen)
❑ Direct zonlicht
❑ Veel stof
❑ Vocht of regen
❑ Mechanische trillingen of schokken
❑ Sterke magneten of luidsprekers die niet magnetisch zijn afgeschermd
❑ Omgevingstemperaturen van meer dan 35°C of minder dan 5°C
❑ Hoge vochtigheid
❑ Plaats geen elektronische apparatuur in de nabijheid van de computer. Het elektromagnetische veld van de computer kan
een storing veroorzaken.
❑ Zorg voor voldoende luchtcirculatie om te voorkomen dat de temperatuur in de computer te hoog oploopt. Plaats de computer
nooit op zachte oppervlakken zoals tapijten of dekens of in de nabijheid van gordijnen, omdat hierdoor de ventilatieopeningen
geblokkeerd kunnen raken.
❑ De computer gebruikt hoogfrequente radiosignalen die de radio- of tv-ontvangst kunnen storen. Als dit probleem zich
voordoet, plaatst u de computer verder weg van het betreffende toestel.
❑ Gebruik alleen de aanbevolen randapparaten en interfacekabels, anders kunnen er zich problemen voordoen.
❑ Gebruik geen beschadigde aansluitkabels.
n N
137
Voorzorgsmaatregelen