De installatie van het stuurprogramma controleren
Controleer wanneer de computer opnieuw wordt opgestart of het apparaat goed werkt.
De installatie van het stuurprogramma controleren
1
Klik op Start en selecteer Configuratiescherm.
2
Klik op Prestaties en onderhoud.
3
Klik op Systeem.
4
Klik op het tabblad Hardware en vervolgens op Apparaatbeheer.
5
Dubbelklik op de optie die overeenkomt met het apparaat dat u hebt geïnstalleerd en dubbelklik vervolgens op het apparaat.
Het dialoogvenster Eigenschappen verschijnt.
6
Controleer of het bericht Dit apparaat werkt correct onder Apparaatstatus wordt weergegeven.
7
Klik op OK.
Sluit alle geopende vensters. U kunt het apparaat gebruiken.
In de volgende gevallen werkt het apparaat niet goed:
❑ Het apparaat wordt onder Apparaatbeheer met een geel vraagteken of met een uitroepteken weergegeven.
Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en klik op Verwijderen. Herhaal vervolgens de procedure vanaf stap 2 onder
Een stuurprogramma installeren
❑ Wanneer u op de categorie van het apparaat klikt in de lijst van apparaatbeheer, wordt het apparaat niet weergegeven.
U moet uw apparaat verwijderen. Zie Een stuurprogramma verwijderen
stuurprogramma. Herhaal vervolgens de procedure vanaf stap 2 onder Een stuurprogramma installeren
❑ Als u op Andere apparaten dubbelklikt, wordt het apparaat weergegeven.
Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en vervolgens op Installatie ongedaan maken. Herhaal de procedure vanaf
stap 2 onder Een stuurprogramma installeren
(pagina
112).
(pagina
112).
De VAIO-computer aanpassen
(pagina 117)
voor verwijdering van het
n N
114
(pagina
112).