Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
Item
• Afdrukmodus: de standaard Afdrukmodus is Normaal, en is bedoeld om af te drukken zonder het
afdrukbestand op te slaan in het geheugen.
- Normaal: in deze modus wordt uw document afgedrukt zonder het op te slaan in het optioneel geheugen.
Afdrukmodus
- Proefafdruk: deze modus is handig als u meer dan een exemplaar wilt afdrukken. U kunt eerst een exemplaar
afdrukken om te controleren en daarna de andere exemplaren afdrukken.
- Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet een
wachtwoord invoeren om af te drukken.
- Opslaan: selecteer deze instelling om een document op de harde schijf op te slaan zonder het af te drukken.
- Opslaan en afdrukken: Deze modus wordt gebruikt wanneer een document tegelijkertijd wordt opgeslagen en
afgedrukt.
- Wachtrij: deze optie is handig om een grote hoeveelheid gegevens te verwerken. Als u deze instelling
selecteert, wordt het document op de harde schijf in een afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens van daaruit
afgedrukt. Op die manier wordt de belasting van de computer lager.
- Afdrukschema: selecteer deze instelling om het document op een opgegeven tijdstip af te drukken.
• Gebruikersnaam: deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt vinden via het bedieningspaneel.
• Taaknaam: deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt vinden via het bedieningspaneel.
• Deze functie is alleen beschikbaar als u de optionele harde schijf hebt geïnstalleerd of de Ramschijf hebt
ingesteld. Om de Ramschijf in te stellen moet u deze inschakelen via SyncThru™ Web Service >
Settings > Machine Settings > Ram Disk.
• Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu's mogelijk niet op het display verschijnen.
Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
• U kunt de lijst met afdrukopdrachten weergeven die u via het bedieningspaneel hebt ingesteld met de
Afdrukmodus in het menu Taakbeheer van het printerstuurprogramma (zie "Via het bedieningspaneel"
op pagina 93).
Omschrijving
4. Speciale functies
90