Draadloos netwerk instellen
14
Het venster bevat de instellingen voor het draadloze
netwerk en controleert of deze instellingen juist zijn. Klik op
Next.
•
Voor de methode DHCP
Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres DHCP is,
controleert u of DHCP in het venster wordt vermeld.
Indien Statisch wordt vermeld, klikt u op TCP/IP
wijzigen om de toewijzingsmethode in DHCP te
wijzigen.
•
Voor de methode Statisch
Als de toewijzingsmethode voor het IP-adres Statisch
is, controleert u of Statisch in het venster wordt
vermeld. Als DHCP wordt vermeld, klikt u op de knop
TCP/IP wijzigen om het IP-adres en andere
netwerkinstellingen van de printer in te voeren. Voordat
u het IP-adres van de printer invoert, moet u de
netwerkinstellingen van de computer weten. Als de
computer is ingesteld op DHCP, neemt u contact op
met de netwerkbeheerder voor het statische IP-adres.
Voorbeeld:
Als de netwerkgegevens van de computer als volgt zijn:
-
IP-adres: 169.254.133.42
-
Subnetmasker: 255.255.0.0
Dan zijn de netwerkgegevens van de printer als volgt:
-
IP-adres: 169.254.133.43
-
Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het
subnetmasker van de computer).
-
Gateway: 169.254.133.1
15
Er wordt verbinding met het draadloze netwerk gemaakt
volgens de netwerkconfiguratie.
16
Als de instellingen van het draadloze netwerk voltooid zijn,
koppelt u de USB-kabel tussen de computer en de printer
los.
17
Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te
voltooien. Wanneer de installatie is voltooid, klikt u op
Afsluiten of Herstart.
2. Een via een netwerk
aangesloten apparaat gebruiken
49