Installeren van een stuurprogramma over het netwerk
Opdrachtregel
/a"<dest_path>" of /
A"<dest_path>"
/
i"<scriptbestandsnaam>
" of /
I"<scriptbestandsnaam>
"
/n"<Printernaam>" of /
N"<Printernaam>"
/nd of /ND
Definitie
Specificeert het doelpad voor de installatie.
Het doelpad moet een volledig
gekwalificeerd pad zijn.
Specificeert het aangepaste
installatiescriptbestand voor aangepaste
installatie.
De scriptbestandsnaam moet een
volledig gekwalificeerde
bestandsnaam zijn.
Specificeert de printernaam. De
printerinstantie zal worden gemaakt conform
de opgegeven printernaam.
Geeft de opdracht het geïnstalleerde
stuurprogramma niet in te stellen als
standaard apparaatstuurprogramma.
aangesloten apparaat gebruiken
Omschrijving
Aangezien apparaatstuurprogramma's geïnstalleerd moeten
worden op een voor het besturingssysteem specifiek pad, is
deze opdracht alleen van toepassing op toepassingssoftware.
Het aangepaste scriptbestand kan worden toegewezen voor
een aangepaste installatie op de achtergrond. Dit
scriptbestand kan door het hulpprogramma voor aangepaste
installatie of door de teksteditor worden gemaakt of gewijzigd.
Opmerking: dit aangepaste scriptbestand heeft voorrang op
de standaard installatie-instelling in het installatiepakket, maar
heeft geen voorrang op opdrachtregelparameters.
Met deze parameter kunt u naar wens printerinstanties
toevoegen.
Het geeft aan dat het geïnstalleerde apparaatstuurprogramma
niet het standaard apparaatstuurprogramma op uw systeem
zal zijn als er meer dan een printerstuurprogramma is
geïnstalleerd. Als er geen apparaatstuurprogramma op uw
systeem is geïnstalleerd, is deze optie niet van toepassing
omdat het Windows-besturingssysteem het geïnstalleerde
printerstuurprogramma als standaardstuurprogramma zal
instellen.
2. Een via een netwerk
19