Afb. 37: Schroefkoppelingen aanhalen
1: Vastdraaien met de eerste steeksleutel
2: Tegenhouden met de tweede steeksleutel
Pijpdiameter in
Aanhaalmoment in Nm
inches
1/4"
3/8"
1/2"
5/8"
3/4"
6.3 Extra instructies voor het aan-
sluiten van de koudemiddellei-
dingen
Bij het combineren van de buitenunit met
n
meerdere binnenunits kan de procedure voor
het aansluiten van de koudemiddelleidingen
afwijken. Monteer de met de binnenunit mee-
geleverde verloopnippels resp. verdeelstukken
op de binnenunit.
n
Is de enkele lengte van de verbindingsleiding
groter dan 5 m, moet bij het in bedrijf nemen
van de installatie koudemiddel worden bijge-
vuld (zie hoofdstuk "Koudemiddel bijvullen").
1
2
15-20
33-40
50-60
65-75
95-105
6.4 Controle op lekkages
Zodra alle aansluitingen gemaakt zijn, wordt het
manometerstation als volgt aangesloten op de
schraderkleppen, indien aanwezig:
rood = kleine klep = hogedruk
blauw = grote klep = zuigdruk
Na het maken van alle aansluitingen wordt de lek-
test met droge stikstof uitgevoerd.
Voor het controleren op lekkages lekzoekspray
spuiten op alle aansluitingen. Zijn bellen te zien, is
de aansluiting niet correct uitgevoerd. Draai dan de
schroefkoppelingen strakker aan of maak even-
tueel een nieuwe felsrand aan de leiding.
Na succesvolle lektest, de overdruk uit de koude-
middelleidingen ontlasten en een vacuümpomp
met een absolute onderdruk van min. 10 mbar
aansluiten, om te zorgen voor een vacuüm in de
leidingen. Bovendien wordt zo het aanwezige
vocht uit de leidingen verwijderd.
AANWIJZING!
Er moet een vacuüm van min. 20 mbar abs.
worden bereikt!
De tijdsduur voor het verkrijgen van het vacuüm is
afhankelijk van het leidingvolume van de binnen-
unit en de lengte van de koudemiddelleidingen, de
procedure duurt echter minimaal 60 minuten.
Zodra de vreemde gassen en het vocht volledig uit
het systeem verwijderd zijn, de kleppen van het
manometerstation sluiten en de kleppen van de
buitenunit openen, zoals beschreven is in het
hoofdstuk "Inbedrijfstelling".
31