Opstelling binnen een gebouw
n
Zorg voor voldoende warmteafvoer als het
apparaat in een kelder, op het dak, in een aan-
grenzende ruimte of in hallen wordt geplaatst
(Afb. 28).
Afb. 28: Opstelling binnen een gebouw
K: Koude verse lucht
W: Warme lucht
1: Buitenunit
2: Extra ventilator
3: Lichtschacht
2
3
W
n
Installeer een extra ventilator, met hetzelfde
luchtdebiet als de in die ruimte op te stellen
buitenunit, die de eventuele drukverliezen in de
luchtkanalen kan compenseren (Afb. 28).
n
Houd u zich aan de statische en andere bouw-
technische voorschriften en bepalingen in ver-
band met het gebouw en zorg eventueel voor
geluidsdemping.
K
3
1
25