3.17 Dataloggen van vermogensdata (3P4W, 3P3W, 1P2W, 1P3W)
1. Stel de tijd voor het dataloggen in.
2. Druk op de Power-toets om naar de vermogensmeetmodus te gaan.
3. Druk op de 1Φ3Φt-toets om het gewenste meetsysteem te selecteren m (3P4W, 3P3W,
1P3W, of 1P2W).
4. Druk op de REC-toets om het dataloggen te starten. Onderin het display verschijnt het REC-
symbool.
Wanneer het geheugen vol is, verschijnt de FULL onderin het display en de pieptoon zal 3
sec. te horen zijn. De datalogfunctie is op dit moment gedeactiveerd en de REC-toets werkt
niet.
5. Om het dataloggen te stoppen drukt u nogmaals op de REC-toets.
Opmerking:
Maak geen verbinding met de pc tijdens het dataloggen.
Waarschuwing:
Indien er geen input bij V1 is, kan het zijn dat de sampletijd langer duurt dan de ingestelde waarde.
Waarschuwing:
Indien het meetapparaat een te lage batterijstand constateert tijdens het dataloggen, zal het
dataloggen automatisch beëindigd worden. Mocht u een lange periode willen loggen, zorg er dan
voor dat het apparaat aangesloten is op de externe voeding (in de leveromvang).
GEBRUIKSAANWIJZING Ampèremeter PCE 830
26