compact en eenvoudig te besturen voertuig is voor gebruik
binnenshuis en niet per se voor obstakels buitenshuis.
1.4 Bedoeld gebruik
Dit voertuig is ontworpen voor personen die slecht ter been zijn,
maar die op basis van hun gezichtsvermogen en algemene lichamelijke
en geestelijke conditie in staat zijn om een elektrisch voertuig te
besturen.
1.5 Regelgeving
Dit voertuig is op veiligheid getest in overeenstemming met de Duitse
en internationale normen. Het voldoet aan de vereisten conform
RoHS 2011/65/EU, REACH 1907/2006/EG en DIN EN 12184, inclusief
EN 1021-1/-2. Het voertuig is ook op spatwaterbestendigheid
getest conform EN 60529 IPX4 en is daarom zeer geschikt voor
weersomstandigheden zoals die bijvoorbeeld vaak voorkomen in
Europa.
1.6 Indicaties
Het gebruik van deze elektrische rolstoel wordt aanbevolen voor de
volgende indicaties:
•
Onvermogen of een zeer beperkt vermogen om te lopen binnen
het kader van de basisbehoefte om zich te kunnen verplaatsen
binnen iemands eigen woning.
Een elektrische rolstoel voor binnen wordt aanbevolen als het
gebruik van handbediende rolstoelen niet langer mogelijk is vanwege
de handicap, terwijl een goede bediening van een elektromotorische
rolstoel wel nog mogelijk is.
1.7 Gebruiksgemak
Gebruik een mobiliteitshulpmiddel alleen als het in perfecte staat
verkeert. Anders kunt u zichzelf en anderen in gevaar brengen.
1584602-B
De volgende lijst is niet volledig. De lijst is alleen bedoeld om enkele
situaties te tonen die het gebruiksgemak van het mobiliteitshulpmiddel
kunnen beïnvloeden.
In sommige situaties moet u onmiddellijk stoppen met het gebruik
van uw mobiliteitshulpmiddel. In andere situaties kunt u uw
mobiliteitshulpmiddel gebruiken om naar uw dealer gaan.
U moet onmiddellijk stoppen met het gebruik van uw
mobiliteitshulpmiddel als het gebruiksgemak wordt
beperkt door:
•
defecte remmen
U moet onmiddellijk contact opnemen met een
erkende Invacare-dealer als het gebruiksgemak van
uw mobiliteitshulpmiddel wordt beperkt door:
•
een niet goed werkend of defect verlichtingssysteem (indien
aanwezig)
•
reflectoren die eraf vallen
•
versleten schroefdraad of onvoldoende bandenspanning
•
schade aan de armsteunen (bijvoorbeeld gescheurde stoffering)
•
schade aan de beensteunbeugels (bijvoorbeeld ontbrekende of
gescheurde hielbanden)
•
schade aan de veiligheidsgordel
•
schade aan de joystick (de joystick kan niet in de neutrale stand
worden gezet)
•
kabels die beschadigd, geknikt of bekneld zijn of die zijn
losgekomen van de houder
•
een mobiliteitshulpmiddel dat zwenkt bij het remmen
•
een mobiliteitshulpmiddel dat naar één kant trekt bij het
bewegen
•
een mobiliteitshulpmiddel dat ongebruikelijke geluiden maakt
Of als u het gevoel hebt dat er iets mis is met uw mobiliteitshulpmiddel.
Algemeen
7