4 MIG/MAG-LASSEN
De verhouding tussen lassnelheid en plaatdikte voor de verschillende
synergiegroepen:
Plaatdikte
A = STANDAARD-lijn
B = ROBOT-lijn
C = SAT-lijn
De synergiegroep ROBOT wordt gebruikt voor robotlassen of andere mechanische
lasmethoden. Het is geschikt voor hogere overdrachtsnelheden dan bij lassen op
standaardlijnen.
SAT staat voor Swift Arc Transfer. Deze synergiegroep is geschikt voor hoge
overdrachtsnelheden, voor extreme hoeken en voor plaatdiktes van 2-3 mm.
Zie de bijlage "DRAAD- EN GASAFMETINGEN" aan het einde van deze handleiding voor
de combinaties van draad en gas voor SAT.
De synergiegroep wordt ingesteld in het lasdata-instelmenu voor het proces MIG/MAG.
4.3
SuperPulse
Hoofdmenu → Proces → Methode
De SuperPulse-methode wordt gebruikt voor een verbeterde controle over het lasbad en het
stollingsproces. Het lasbad krijgt tijd om te stollen tussen iedere pulsering.
Voordelen van het gebruik van SuperPulse:
•
Minder gevoeligheid voor variaties in de beginopening
•
Betere beheersing van het lasbad tijdens positielassen
•
Betere beheersing van penetratie en penetratieprofiel
•
Verminderde gevoeligheid voor ongelijkmatige warmtegeleiding
SuperPulse kan worden beschouwd als een vooraf geprogrammeerde omschakeling tussen
twee MIG/MAG-instellingen. De tijdintervallen worden bepaald door de primaire en
secundaire gefaseerde tijdinstellingen.
Het lasproces start altijd vanuit de primaire fase. Als hot start is geselecteerd, worden de
primaire instellingen gebruikt tijdens de hot start-tijd in plaats van de gefaseerde tijdinstelling
voor de primaire instellingen. Kratervulling is altijd gebaseerd op secundaire instellingen. Als
een stopopdracht wordt gegeven tijdens de primair gefaseerde tijdinstelling, schakelt het
proces onmiddellijk over naar de secundaire instellingen. De afronding is gebaseerd op de
secundaire instellingen.
0460 896 501
Lassnelheid
- 34 -
© ESAB AB 2017