4 MIG/MAG-LASSEN
Instellingen
Eindwaarde
draadaanvoersnelheid
kratervulling
Eindwaarde
kratervullingsspanning
Eindpulsstroom
Eindwaarde grondstroom 12 - 50 A
Eindwaarde frequentie
Definitieve kratervultijd
Afknijppuls
6)
"Startpuls"
Nabrandtijd
7)
SCT
Gasnastroom
Instelgrenswaarden
Meetgrenswaarden
8)
Puntlassen
Puntlastijd
1)
Het instelbereik is afhankelijk van de gebruikte draadaanvoereenheid.
2)
De minimale grondstroom en pulsstroom zijn afhankelijk van het gebruikte type product.
3)
De synergetische lijn bij aflevering: massieve draad (Fe ER70S), beschermgas CO2 met
draad van 1,2 mm.
5)
0-16 A geldt voor stroombronnen van de 5000-serie.
6)
Aangepast in het configuratiemenu MIG/MAG-standaardwaarden.
7)
Wanneer SCT als AAN wordt geconfigureerd, wordt de instelling Nabrandtijd ingesteld op
-0,05 s. Wanneer SCT als UIT wordt geconfigureerd, wordt de opgeslagen Nabrandtijd
gebruikt. Als SCT wordt geconfigureerd als SYNERGIC dan wordt de SCT-waarde (ON of
OFF) bepaald aan de hand van de synergische lijn.
8)
Het is niet mogelijk om puntlassen (AAN) te selecteren als de modus van de
toortsschakelaar viertakt is.
4.1.3
MIG/MAG-lassen met superpuls, primair/secundair,
kortsluitboog/sproeiboog/pulsboog
Hoofdmenu → Proces → Methode → Fase → Methode
Instellingen
Fase
Methode
0460 896 501
Instelbereik
In stappen van
1,5 m/min bij huidige
0,1 m/min.
draadaanvoersnelhe
id
8 - 33,2 V
100 - max A
20 - 270 Hz
0,0 - 5,0 s
0,1 s
20 % - 200 %
1 %
UIT of AAN
0 - 1 s
0,01 s
OFF, ON of
-
SYNERGIC
0,1 - 25 s
0,1 s
1 - 50
-
1 - 50
-
UIT of AAN
-
0 - 25 s
0,1 s
Instelbereik
In stappen van
Primair of secundair -
Kortsluitboog/sproei
-
boog of pulsboog
- 24 -
Synergie-
Aanpasba
afhankelijk
ar in
synergie
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
-
-
-
-
x
x
Synergie-
Aanpasba
afhankelijk
ar in
synergie
x
x
© ESAB AB 2017