De twee knoppen (+) / (-) dienen voor de instelling van de verschillende ventilatiestanden en bedrijfsmodi. De
ventilatiestanden en de bedrijfsmodus Automatisch worden met blauwe LEDs aangegeven en de service-informatie met
rode LED's.
Symbol
Onderhoud
van het filter
Symbol
Storing
Symbol
Automatisch
4.1.7
Beschrijving van de bedieningsfuncties en signalering
Symbool
LED1 aan
LED1-2 aan
LED1-3 aan
7
LED
Onderhoud
van het filter
LED
Automatisch
Aanduiding
Bedrijfsmodus
De
4 ventilatiestanden met vaste toerentallen per ventilator) wordt
Handmatig
uitgevoerd met de (+) / (-) toetsen.
Door op de (+) toets te drukken wordt de eerstvolgende hogere
ventilatiestand ingesteld en door op de (-) toets te drukken wordt de
eerstvolgende lagere ventilatiestand ingesteld.
Ventilatiestand 1
Gereduceerde ventilatie
(VS1)
De ventilatie-unit werkt op het laagste ventilatieniveau (15 m³/h) Deze
ventilatiestand kan worden gekozen tijdens afwezigheid en ter
bescherming tegen vocht.
OPMERKING
Een cyclisch beperkte ventilatie kan worden ingesteld met de
bedrijfsmodus Afwezig.
Ventilatiestand 2
Nominale ventilatie
(VS2)
De ventilatie-unit werkt op een laag ventilatieniveau (25 m³/h). Dit is de
normale werking om de voor hygiëne en gezondheid benodigde
ventilatie te verkrijgen wanneer de gebruikers aanwezig zijn.
Ventilatiestand 3
Verhoogde ventilatie
(VS3)
De ventilatie-unit draait op een hoger ventilatieniveau (40 m³/h) om
piekbelastingen af te bouwen, bijv. wanneer er meerdere personen
aanwezig zijn.
LED
Ventilatorstand
en
LED
Storing
Verklaring
selectie
van
de
huidige
(+) / (-) Toetsen voor
selectie
Bedrijfs-modus /
ventilatiestand
ventilatiestand
(in
totaal