Afbeeldingen als voorbeeld voor de aansluiting van een toevoerluchtkanaal aan de achterzijde
OPMERKING
Bij gebruik van het overgangsstuk "overgang 90 naar flat 51 / boog 90°" moet het aansluitende vlakke kanaal flat51
naar beneden en dan pas door middel van een hoekstuk van 90° ("boog flat 51 H") naar links of rechts worden geleid.
De reden hiervoor is dat het bevestigingspunt van de wandsteun zich niet in de zone van het vlakke kanaal mag
bevinden.
Bij montage van het toestel op gipsplaten of op een verzonken installatie moeten kortere schroeven of pluggen worden
gebruikt met een maximumlengte van 35 mm.
Monteer de luchtkanalen luchtdicht op de daarvoor bestemde aansluitopening. Gebruik hiervoor de aanbevolen
zelfklevende afdichtingstape (accessoire-artikel), die aan de buitenkant over de gehele omtrek van de aansluitpijp moet
worden aangebracht.
Voor een correcte montage moet het overeenkomstige overgangsstuk zo ver uit de muur steken dat de aansluitpijp met
de erop geplakte afdichtingstape in de EPP-behuizing zit.
Aansluiting van het luchtkanaal aan de zijkant
Als het luchtkanaal aan de zijkant wordt aangesloten, moet het voorgeperforeerde ventilatierooster van de wandsteun
worden verwijderd. Hiervoor moeten de twee brugverbindingen van het ventilatierooster met de wandsteun gescheiden
worden door het rooster rond de as van de brugverbindingen te draaien tot ze op het daarvoor bedoelde breekpunt breken.
Afbeeldingen als voorbeeld voor de aansluiting van een toevoerluchtkanaal aan de zijkant
VOORZICHTIG
Verwonding aan de scherpe rand van het beoogde breekpunt van de brugverbindingen
Na het verwijderen van het ventilatierooster moet het restmateriaal van de twee brugverbindingen bij de opening van
de wandsteun voorzichtig worden ontbraamd.
Het betreffende verbindingsstuk moet in de groef van de opening van de EPP-behuizing worden geschoven, totdat de
afdichtband (bij overgangsstuk overgang 90/75 naar flat 51") of de lipafdichting (bij overgangsstuk "Comfotube 90 /
DN100") voelbaar vastklikt.
16