Inbedrijfstelling
7 Inbedrijfstelling
7.1 De omvormer in bedrijf stellen
1. Vóór inbedrijfstelling dient gecontroleerd te worden of aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
– correcte montage (zie hoofdstuk 5)
– correcte landspecifieke configuratie (zie hoofdstuk 6.5)
– correct aangesloten AC-kabel (zie hoofdstuk 6.3)
– correct aangesloten DC-kabels (PV-strings) (zie hoofdstuk 6.4)
– Niet benodigde DC-ingangen zijn afgesloten met de bijbehorende DC-connectoren en
afdichtpluggen (zie hoofdstuk 6.4.4).
– Alle behuizingsopeningen zijn gesloten.
– correct geconfigureerde leidingbeveiligingsschakelaar
2. Plaats de onderste deksel schuin in de behuizing en
klap hem naar beneden. De onverliesbare
schroeven moeten daarbij uitsteken.
3. Draai alle 6 schroeven eerst tot de helft en
vervolgens in de hiernaast afgebeelde volgorde
helemaal aan (koppel: 2,0 Nm). Gebruik hiervoor
een inbussleutel (SW 3).
4. Als er een externe DC-lastscheider is geïnstalleerd, schakel deze dan in.
52
STP15-20TLEE-IA-nl-23
SMA Solar Technology AG
Installatiehandleiding