Geavanceerde ontvangstopties
Werken met een tweede toestel
Als u een faxoproep aanneemt op een tweede toestel of op een
extern toestel dat op de juiste ingang is aangesloten, kunt u de
oproep doorverbinden naar de faxmachine door de
faxontvangstcode in te toetsen. Als u de faxontvangstcode
intoetst, zal het faxbericht op uw faxmachine worden ontvangen.
(Raadpleeg Een extern toestel aansluiten op pagina 1-10 en Fax
Waarnemen op pagina 5-7.)
Als de faxmachine een normaal telefoontje aanneemt en het dubbele
belsignaal geeft, toetst u de code voor het aannemen van de telefoon
# 5 1
in,
, om het telefoontje op een tweede toestel aan te nemen.
(Raadpleeg De F/T-beltijd instellen (alleen in de stand FAX/TEL) op
pagina 5-5.)
Als u een telefoontje aanneemt en u niets hoort, betreft het
hoogstwaarschijnlijk een inkomend faxbericht.
■
Als u het telefoontje op een tweede toestel aannam (op een apart
telefooncontact), drukt u op
tjirpende geluid hoort, pas dan mag u ophangen.
■
Op een extern toestel (op de juiste ingang aangesloten) drukt u
5 1
op
en wacht u totdat de verbinding is verbroken (op het
LCD-scherm van de machine staat ONTVANG ).
Degene die u opbelt dient op zijn of haar machine op Start te drukken
om de fax te verzenden.
Alleen voor de stand FAX/TEL
Als de faxmachine in de stand FAX/TEL staat, wordt het dubbele
belsignaal gebruikt om aan te geven dat het een normaal telefoontje
betreft.
Als u zich bij een tweede of een extern toestel bevindt, moet u de
hoorn tijdens het overgaan van de dubbele bel opnemen en tussen
twee dubbele belsignalen in op
als iemand probeert een fax te sturen, drukt u op
telefoontje naar de faxmachine over te zetten.
5 - 10 DE ONTVANGSTSTAND INSTELLEN
5 1
en wacht u totdat u het
# 5 1
drukken. Als u niets hoort, of
5 1
5 1
om het