Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten
worden doorgestuurd
De standaardinstelling of een reeds opgeslagen nummer waarnaar
faxen moeten worden doorgestuurd, kan vanaf een andere
faxmachine worden gewijzigd.
1
Kies het nummer van uw faxmachine.
2
Zodra u de toon van uw faxmachine hoort, toetst u uw
toegangscode in (3 cijfers gevolgd door
3
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
9 5 4
in.
4
Toets het nummer in van de nieuwe faxmachine waarnaar uw
faxberichten moeten worden doorgestuurd en druk op
U kunt
en
wel gebruiken om een pauze in een nummer in te lassen. Als uw
faxmachine is aangesloten op een PBX kunt u eerst op
drukken, waarna u het nummer van de faxmachine intoetst. De
#
toets
werkt net als de toets
5
Zodra u twee korte piepjes hoort, toetst u met de kiestoetsen
9 6 1
in om de geheugenstatuslijst op te vragen.
6
Toets met de kiestoetsen het nummer van de andere
faxmachine in (maximaal 20 cijfers) en druk op
7
Hang na het piepje op en wacht op de fax.
Uw faxmachine belt de andere faxmachine. Uw faxmachine
stuurt de geheugenstatuslijst, waarop het nummer staat van de
nieuwe faxmachine waarnaar uw faxen moeten worden
doorgestuurd.
8
Controleer het nummer.
Als het nummer niet juist is, gaat u weer naar stap 1 en stelt u
het opnieuw in.
#
niet als kiesnummers gebruiken. U kunt
).
R
.
MESSAGE MANAGER 9 - 19
# #
.
#
echter
#
# #
.