4. Typ de tekst die van het attribuut moet worden voorzien.
5. Wilt u verder typen zonder het kenmerk, drukt u nogmaals op FONT en schakelt u het
kenmerk uit. Voor verbrede of versmalde tekst verandert u het percentage in 100% om terug
te keren naar normaal.
Als u het attribuut toepast op tekst die u typt, blijft het attribuut geactiveerd tot u het uitschakelt of tot u
naar een ander gebied of label gaat.
Bestaande tekst
Ga als volgt te werk om een attribuut toe te passen op eerder ingevoerde tekst:
1. Selecteer de tekst waarop u het kenmerk wilt
toepassen.
•
Opmerking: Het markeren werkt per regel. U kunt niet
2. Druk op FONT.
3. Selecteer het gewenste attribuut en selecteer vervolgens Aan (vetgedrukt, cursief en
onderstreept) of het percentage verbrede of versmalde tekst.
Alle gemarkeerde tekst wordt met het attribuut weergegeven.
Als u de markering van de tekst wilt verwijderen, drukt u op een van de navigatietoetsen.
Ga als volgt te werk als een attribuut wilt verwijderen dat eerder op tekst is toegepast:
Herhaal de stappen voor het toepassen van het attribuut, maar selecteer nu Uit.
Superscript en subscript
Door superscript wordt een teken enigszins hoger en door subscript wordt een teken enigszins lager
geplaatst dan de lijn van de tekst. Tevens wordt het super- of subscript-teken enigszins kleiner
weergegeven dan de rest van de tekst. De functies Superscript en Subscript bevinden zich op het
toetsenbord. Wanneer u op een van de toetsen drukt, wordt de opmaak toegepast op het volgende
teken dat u typt. Onmiddellijk na het typen van het teken wordt de functie uitgeschakeld en keert de
gewone tekst terug.
Superscript of subscript op één teken toepassen:
1. Plaats de cursor in de regel tekst waar het superscript- of subscript-teken moet worden
weergegeven.
2. Druk op FN + SUP (op de Q-toets) voor superscript of FN + SUB (op de W-toets) voor
subscript.
3. Typ het teken dat in superscript of subscript moet worden weergegeven.
Alleen het teken dat u typt onmiddellijk na het drukken op de toets Superscript of Subscript, wordt in
super- of subscript weergegeven.
M610 labelprinter Gebruikershandleiding
Houd SHIFT ingedrukt terwijl u de cursor met de
pijltoetsen verplaatst over de tekens waaraan u het
attribuut wilt toewijzen.
meer dan één regel tegelijk markeren.
Labels op de printer bewerken
Tekst opmaken
39