Gebruik
Rijden
Veiligheidsvoorschriften voor het rijden
Rijgedrag
De bestuurder moet zich tijdens het rijden
binnen het bedrijf aan de voorschriften voor
het wegverkeer houden. De rijsnelheid moet
worden aangepast aan de rijomstandigheden.
Zo moet de bestuurder bijvoorbeeld in boch-
ten, tijdens het binnenrijden van en rijden door
nauwe doorgangen, tijdens het rijden door
klapdeuren, op onoverzichtelijke plaatsen en
op oneffen ondergronden langzaam rijden. De
bestuurder moet altijd een veilige remafstand
tot voertuigen en personen voor hem bewa-
ren, en hij moet de heftruck op elk moment
onder controle hebben. Hij dient het plotse-
ling remmen, het snel nemen van bochten van
180° en het inhalen van andere voertuigen
op gevaarlijke of onoverzichtelijke plaatsen te
voorkomen.
Het is verboden om de machine zittend te
besturen.
Alle EXU 16/18/20/22 -modellen zijn ontwor-
pen voor meeloopbediening, dus :
• Zit nooit op de machine om deze te bestu-
ren.
• De machine mag niet als opstap worden
gebruikt.
• De machine is niet berekend op het trans-
porteren van personen en mag daarom niet
voor dit doeleinde worden gebruikt.
• De bestuurder moet te allen tijde binnen de
contouren van de machine blijven.
• Blijf binnen de veiligheidszone (het door de
fabrikant vastgestelde werkgebied).
Het gebruik van een mobieltje of radio is
toegestaan , maar voorkom het gebruik ervan
tijdens het rijden omdat u erdoor kunt worden
afgeleid.
Maak een testrit op open terrein.
1152 807 80 09 [NL]
4
Rijden
63