Scannen
Geavanceerde instellingen gebruiken:
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies.
2. Selecteer Werkstroomscannen en selecteer daarna het tabblad Geavanceerde instellingen.
Selecteer vervolgens de gewenste optie. Er is hulp beschikbaar bij elke instelling door op de toets
Help van de printer te drukken.
Instelling
Beeldopties
Beeldverbetering
Resolutie
Kwaliteit/Bestandsgrootte
Sjablonen bijwerken
Opmaakaanpassingen
Met Opmaakaanpassingen beschikt u over aanvullende instellingen voor origineelrichting,
origineelformaat en randen wissen.
Opmaakaanpassingen gebruiken:
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Startpagina Functies.
2. Selecteer Werkstroomscannen en selecteer daarna het tabblad Opmaakaanpassingen. Selecteer
vervolgens de gewenste optie. Er is hulp beschikbaar bij elke instelling door op de toets Help van de
printer te drukken.
Instelling
Origineelrichting
Origineelformaat
Randen wissen
156
WorkCentre 6400 multifunctionele printer
Gebruikershandleiding
Gebruik
Kies uit: lichter/donkerder, scherpte of kleurverzadiging
Kies uit: Achtergrondonderdrukking of Contrast
Kies uit: 72 dpi tot 600 dpi
Kies uit: goede afdrukkwaliteit met kleine bestandsgrootte, hogere
afdrukkwaliteit met grotere bestandsgrootte of hoogste afdrukkwaliteit
met grootste bestandsgrootte.
Nieuwe of bijgewerkte sjablonen worden opgehaald en verouderde
sjablonen verwijderd
Gebruik
Kies uit: Staande beelden, Liggende beelden, Portretoriginelen
en Landschapsoriginelen
Kies uit: Auto-vaststellen, Voorinstellingen scangebieden, Aangepast
scangebied, Gemengde origineelformaten
Kies uit: Afzonderlijke randen, Alle randen of Voorinstellingen (Geen
geselecteerd, Perforeren wissen of Koptekst/Voettekst wissen)