Inhoudsopgave
Advertenties
LAR 350
A
A
A
3
10 m
maximaal
≤ 2 mm
toegestaan
verschil
1
nl
S = 10 m
B
B
29
22.4 Verticale controle
B
Controle van de verticale loodlaser
Voor de verticale controle zijn er twee parallelle wandvl-
akken nodig met een onderlinge afstand S van ten
minste 10 m.
1. Plaats de rotatielaser direct voor een wand A en zet
hem daarbij net als voor verticaal nivelleren neer op
de pootjes aan de zijkant van het apparaat. Met de
bevestigingshoek (12) kan de LAR 350 op een statief
worden bevestigd.
2. Schakel het laserapparaat in (met toets 3).
3. Markeer na de automatische zelfnivellering de
laserpunt op wand A. Markering 1.
4. Draai de LAR 350 180° en richt hem met de loodlaser
uit op wand B. De hoogte-instelling mag niet worden
veranderd.
B
5. Markeer na de automatische zelfnivellering de
loodlaserpunt op wand B. Markering 2.
6. Plaats het laserapparaat nu direct voor wand B.
Richt de LAR 350 met de loodlaser uit op wand B.
7. Na de automatische zelfnivellering positioneert u de
loodlaserpunt door draaien en verstellen van de hoogte
zo dat deze exact samenvalt met markering 2.
8. Draai de LAR 350 180° en richt hem met de loodlaser
uit op wand A. De hoogte-instelling mag niet worden
veranderd.
9. Positioneer de loodlaserpunt door het apparaat te
draaien nu zo dat hij exact samenvalt met markering 1.
10. Markeer na de automatische zelfnivellering de
loodlaserpunt op wand A. Markering 3.
11. Meet de verticale afstand tussen de markeringen 1 en 3.
Bij een afstand tussen de wanden A en B van 10 m mag
de afstand tussen de punten 1 en 3 niet meer dan 2 mm
bedragen.
0,1
mm
P1 P3
>
m
2s
Advertenties
Inhoudsopgave
