nl
LAR 350
17. Laserstraal positioneren
Bij sommige toepassingen kan het handig zijn de
laserstraal uit te richten tot alleen een laserpunt.
De rotatiesnelheid wordt verlaagd tot stilstand
= puntlaser (toets 25). --> Rotatiesnelheid
Met toets (23) kan de laserpunt in de gewenste richting
(23)
worden gedraaid.
(25)
Laservlakken kunnen zo ook vooraf worden uitgericht.
Nadat er vervolgens is overgegaan naar de scan- of sectie-
modus, wordt de laserstraal symmetrisch gericht op de
voor de puntlaser ingestelde positie. Zo kan de richting van
de lasersectie of laserlijn in de scanmodus vooraf precies
worden bepaald.
22