7 Storingen verhelpen
Oorzaak
De motorbeveiliging is te laag ingesteld.
Er is een defect in de overbelastingsbeveiliging. Vervang de overbelastingsbeveiling.
De propellor is moeilijk met de hand rond te
draaien.
De installatie ontvangt geen volledige spanning
op alle drie de fasen.
De fasenstroomwaarden variëren of zijn te hoog. Neem contact op met uw plaatselijke verkoop- en
De aangegeven snelheid verschilt van wat op
het gegevensplaatje staat vermeld.
De dichtheid van de vloeistof is te groot.
Als het probleem aanhoudt, neem dan contact op met uw plaatselijke verkoop- en
servicevertegenwoordiger. Vermeld altijd het serienummer van uw product, zie
Productomschrijving
54
Oplossing
Stel de motorbeveiliging in volgens de specificaties op het
gegevensplaatje.
• Reinig de propellor.
• Controleer of de propellormaat juist is.
• Controleer de speling tussen de propellor en de jetring.
• Controleer of de as teveel speling heeft door een versleten
lager.
• Controleer de motorzekeringen. Vervang zekeringen die zijn
geactiveerd.
• Als de zekeringen intact zijn, raadpleeg dan een erkende
elektricien.
servicevertegenwoordiger.
Neem contact op met uw plaatselijke verkoop- en
servicevertegenwoordiger.
• Verdun de vloeistof.
• Vervang het propellorbladen of gebruik een geschiktere
pomp.
• Neem contact op met uw plaatselijke verkoop- en
servicevertegenwoordiger.
op pagina 11.
4610/4620 Handleiding voor installatie, bediening en onderhoud