Probleem
De motor verliest vermogen.
g
De motor raakt oververhit.
De machine drijft niet aan.
Mogelijke oorzaken
1. De motor is te zwaar belast.
2. Het luchtfilter is vuil.
3. Het oliepeil in het carter is te
laag.
4. De koelribben en luchtkanalen
onder het ventilatorhuis van de
motor zijn verstopt.
5. De bougie is aangetast, vuil, of
de elektrodenafstand is niet
correct afgesteld.
6. De ventilatieopening in de
brandstoftankdop is verstopt.
7. Er zit vuil in het brandstoffilter.
8. Vuil, water of oude benzine in
het brandstofsysteem.
1. De motor is te zwaar belast.
2. Het oliepeil in het carter is te
laag.
3. De koelribben en luchtkanalen
onder het ventilatorhuis van de
motor zijn verstopt.
1. De bediening van de
aandrijving staat in de
Duwen-stand.
2. De tractieriem is versleten, los
of stuk.
3. De tractieriem zit niet op de
poelie.
32
Remedie
1. Verminder de rijsnelheid.
2. Reinig het luchtfilterelement.
3. Vul het carter bij met olie.
4. Ontstop de koelribben en
luchtkanalen.
5. Plaats een nieuwe bougie met
een correct afgestelde
elektrodenafstand.
6. Brandstoftankdop reinigen of
vervangen.
7. Brandstoffilter vervangen.
8. Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
1. Verminder de rijsnelheid.
2. Vul het carter bij met olie.
3. Ontstop de koelribben en
luchtkanalen.
1. Zet de aandrijfstang in stand In
Werking.
2. Neem contact op met een
erkende Service Dealer.
3. Neem contact op met een
erkende Service Dealer.