Transaxle-vloeistof controleren
Controleer het vloeistofniveau om de 100 bedrijfsuren of
elk jaar, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden. Het vloeistofpeil moet altijd in het
gebruiksbereik op de peilstok staan als de transaxle koud is.
Opmerking: De transaxle is in de fabriek afgedicht zodat u
de olie niet hoeft te verversen.
Type vloeistof: SAE 20W-50 motorolie
(API-onderhoudsclassificatie SH/CD aanbevolen)
Vloeistofpeil controleren
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking,
zet de motor af en verwijder het sleuteltje uit het
contact.
2. Reinig de omgeving van de vulplug (Fig. 28) zodat er
geen vuil in het reservoir kan komen wanneer u
vloeistof moet bijvullen.
3. Verwijder de vulplug en controleer het vloeistofpeil.
Het peil mag maximaal 32 mm onder de bovenkant van
de vulopening komen (Fig. 28). Zonodig olie bijvullen.
1
m–4983
Figuur 28
1. Vulplug
4. Monteer de vulplug.
Onderhoud van de zekering
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er een
zekering is doorgebrand, moet de bedrading op kortsluiting
worden gecontroleerd. Om een zekering te vervangen, trekt
u de zekering omhoog (Fig. 29) om deze uit de houder te
verwijderen. Zekering plaatsen door deze omlaag in de
houder te drukken.
Zekering 10 Amp, mes-type.
1. Zekering (uitgenomen)
32 mm
27
1
2
Figuur 29
2. Zekeringhouder
1672