In de volgende procedures wordt beschreven hoe u vooringestelde programma's kunt
maken, bewerken en verwijderen.
Een vooringesteld programma kan alleen worden gemaakt, gebruikt en bewerkt als de
instellingen van het programma overeenkomen met de huidige pompinstellingen en
de beschikbaarheid van geneesmiddelen in het huidige zorggebied (als u bijvoorbeeld
een vooringesteld PCA-programma maakt wanneer de pomp is ingesteld op het
infusietype Continu + Bolus, kan dit programma alleen worden gebruikt wanneer de
pomp is geconfigureerd voor Continu + Bolus en niet wanneer de pomp is
geconfigureerd voor Alleen continu of Alleen bolus).
> E e n n i e u w vo o r i n g e st el d p ro g r am m a m a k e n:
1.
Controleer in de indicatiebalk of de pomp in de gewenste toedienmodus staat.
2.
Op het scherm Opstarten selecteert u Vooringest Progr.
3.
Druk in de werkbalk op Nieuw maken.
4.
Gebruik het toetsenpaneel om het juiste wachtwoord in de voeren en druk
vervolgens op OK.
5.
Voer een toepasselijke naam voor het nieuwe programma in via het toetsenpaneel.
•
Om het tweede teken dat op een toets staat in te geven, drukt u tweemaal op
de toets. (Druk 3 keer om het derde teken in te geven enz.)
•
Om een spatie in te geven, drukt u eenmaal op de knop 0 (nul).
•
Als u het laatst ingegeven teken wilt wissen, drukt u op de toets Backspace
(pijl naar links in de rechterbenedenhoek van het toetsenpaneel).
•
Om alle ingegeven tekens te wissen, drukt u op Wis.
Druk op OK als u de naam hebt ingevoerd.
238
Alleen personen met het autorisatieniveau Hoog of Technicus
kunnen vooringestelde programma's maken en bewerken. Hiervoor
is bovendien een uniek wachtwoord nodig.
Uitzondering: Een vooringesteld programma dat wordt gemaakt
met een bepaalde hoeveelheid medicatie en verdunningsvolume,
kan worden gemaakt, gebruikt en bewerkt ongeacht de instelling
voor het berekenen van de concentratie.
Gebruikershandleiding Sapphire-infusiepomp