Infusieparameters bijwerken
In de PCEA-modus moet de infusie worden gepauzeerd voordat er parameters kunnen
worden bijgewerkt. Nadat de infusie is gepauzeerd, kunnen de infusieparameters
worden gewijzigd met de functietoets Kijk/bew. Daarnaast kunnen de continue
snelheid en het VTBI voor de huidige infusiefase rechtstreeks vanaf het hoofdscherm
worden gewijzigd. (U kunt geen parameters wijzigen tijdens een bolustoediening.)
> P a r a m e t e r s v oo r d e h ui d i g e f a se ( b a si s / b o l u s) b i j w e r k e n va n u i t h et
h o ofd sc h er m
1.
Pauzeer de infusie
2.
Selecteer op het hoofdscherm het gewenste venster (Continue snelh. of VTBI).
3.
Voer een nieuwe continue snelheid of nieuw VTBI in via het toetsenpaneel OK.
4.
Druk op OK om de wijzigingen te bevestigen en te bewaren.
Om terug te keren naar het scherm Onderbr zonder de wijzigingen op te slaan,
drukt u op Terug. Druk vervolgens op het scherm Continue snelh. of VTBI op
Terug. Druk vervolgens op het scherm Opgelet op OK.
> P a r a m e t e r s b i j w e r k e n m e t d e f u n c t i e t o e t s K i j k / b e w.
1.
Pauzeer de infusie
2.
Druk in de werkbalk op Kijk/bew.
3.
Selecteer het vakje van de parameter die u wilt wijzigen.
4.
Voer de nieuwe parameterwaarde in via het toetsenpaneel OK.
Gebruik van de toedienmodi
(Een infusie pauzeren
(Een infusie pauzeren
Als de beperkingen voor de bolusaanvraag (het volume of de
lockouttijd) worden gewijzigd, moet u de andere bolusbeperkingen
bevestigen of aanpassen.
op pagina 203).
op pagina 203).
181