Montage en installatie
5
Montage en installatie
5.1
Waarschuwingen bij de montage
AANWIJZING
Onjuist handelen bij de installatie van de MultiControl kan leiden tot materiële schade of een verkorte
levensduur van de MultiControl.
De MultiControl niet laten vallen en niet op de verkeerde manier gebruik van maken om schade aan het
¾
binnenwerk van de MultiControl te voorkomen.
Iedere MultiControl voor montage controleren op zichtbare schade.
¾
Zorg ervoor dat tijdens de montage geen kracht op de MultiControl wordt uitgeoefend (geen buig- of
¾
torsiebelasting).
Geen extra bevestigingsgaten in de behuizing of de grondplaat boren en bestaande boorgaten niet
¾
vergroten.
5.2
Montage van de MultiControl
Eerste montage
Om de MultiControl te bevestigen aan het transportframe moet eerst de meegeleverde grondplaat aan het
transportframe worden gemonteerd. In de grondplaat bevinden zich tweemaal twee boorgaten voor de bevestiging
van de MultiControl. Bij de eerste montage moeten telkens de linker boorgaten worden gebruikt.
Om de elektro-installatie te vereenvoudigen moeten alle MultiControl voor zover mogelijk slechts op één
kant van de transportinstallatie worden gemonteerd. Bij bochten moeten de MultiControl zo mogelijk aan
de buitenzijde van de bocht worden gemonteerd, omdat zich aan die kant de aansluiting van de RollerDrive
bevindt.
Zoek een vlak oppervlak op het transportframe waarop de MultiControl kan worden bevestigd. Zorg ervoor
¾
dat links van de voorziene plek ca. 25 mm plek is om de MultiControl indien nodig later te kunnen verplaatsen
(zie „Vernieuwde montage" op pagina 24).
Gebruik de DriveControl als sjabloon en markeer het midden van de beide installatieboorgaten. Let daarbij op
¾
de juiste richting van de grondplaat (het opschrift in de kabelgeleiding moet leesbaar zijn).
22 van 68
Versie 2.1 (04/2020) Online
Vertaling van de originele gebruikershandleiding