Installatie- en gebruiksaanwijzing
1.3.4. Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud en reparatiewerkzaamheden
Elke persoon binnen het bedrijf die betrokken is bij de installatie, inbedrijfstelling, bediening, onderhoud, reparatie
en dergelijke, moet de installatie- en gebruiksaanwijzing, in het bijzonder de veiligheidsinstructies, hebben gelezen
en begrepen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de fabrikant.
Voor schade als gevolg van onjuiste installatie en inbedrijfstelling van de installatie, is de fabrikant niet
aansprakelijk. Het risico wordt uitsluitend gedragen door de operator.
De verantwoordelijkheden voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet duidelijk worden gedefinieerd.
Informeer bedienend personeel voordat onderhouds- en reparatiewerkzaamheden worden uitgevoerd.
Laat de voorgeschreven afstellings-, onderhouds- en inspectiewerzaamheden op tijd door de klantenservice van de
fabrikant uitvoeren.
Alle onderhouds- en servicewerkzaamheden aan het systeem moeten volgens de instructies worden uitgevoerd.
GEVAAR
Onderhouds- en instandhoudingstaken bij een lopende installatie
U brengt zichzelf en anderen in gevaar wanneer u onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
uitvoert aan een lopende installatie.
•
•
•
•
•
•
GEVAAR
Onjuiste vervanging van onderdelen
Het onjuist vervangen van onderdelen kan leiden tot letsel of de dood.
•
•
•
GEVAAR
Montagewerkzaamheden boven het hoofd
Onjuist uitgevoerde montagewerkzaamheden boven het hoofd kunnen letsel of de dood tot
gevolg hebben.
•
•
•
AANWIJZING!
Gebruik van ongeschikte of beschadigde onderdelen
Het gebruik van ongeschikte of beschadigde onderdelen kan een storing van het systeem
veroorzaken.
•
•
•
•
10
Bij sommige onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, moet het systeem worden
uitgeschakeld en spanningsvrij en zonder druk worden gebracht.
Stel de installatie correct buiten bedrijf.
Haal de druk van het systeem af.
Haal het systeem van de stroom om uit te schakelen en beveilig tegen opnieuw
inschakelen.
Plaats een waarschuwingsbord tegen heraansluiting.
Als eventueel bestaande aanraakbeveiliging moet worden verwijderd moet worden gelet
op voldoende koeling van het systeem. De isolatie moet bij hernieuwde inbedrijfname
weer worden aangebracht.
Voor uw veiligheid raden wij u aan de vervanging van versleten onderdelen, of
beschadigde onderdelen te laten uitvoeren door de klantenservice van de fabrikant.
Na het onderhoud moet een lektest worden uitgevoerd.
Grotere modules bij vervanging zorgvuldig bevestigen aan hefwerktuigen en zekeren!
Alleen geschikte en technisch verantwoorde hefwerktuigen en lastopnamemiddelen met
voldoende draagkracht gebruiken!
Gebruik bij montagewerkzaamheden boven het hoofd klimhulp en hoogwerkers!
Gebruik nooit machinedelen als klimhulp; Valgevaar!
Bij onderhoudswerkzaamheden op hoogte van meer dan 1,80 m valbeveiliging dragen!
In het geval van zichtbare sterke schade aan de drukapparatuur, moet dit direct buiten
gebruik worden gesteld!
Beschadigde onderdelen moeten worden vervangen door nieuwe.
Wissel de versleten delen in overeenstemming met de intervallen die zijn vastgelegd
in de "Apparaten- en onderdelenlijst" of onder „7.2. Onderhoudsplan" . Deze lijst is
onderdeel van de installatie- en gebruiksaanwijzing.
Gebruik alleen originele onderdelen en accessoires van de fabrikant. Van onderdelen
vervaardigd door anderen kan niet worden gegarandeerd dat deze conform belasting en
veiligheidseisen ontworpen en vervaardigd zijn.
DRYPOINT
AC 410 – 495 | DRYPOINT
®
NL
AC 410 – 495 MS
®