3
Het venster LLPR Properties (LLPR-eigenschappen) wordt
geopend.
De volgende zes tabbladen bevinden zich bovenaan in het
venster:
• General (Algemeen) - Hier kunt u het papierformaat, het
papiertype, de papierinvoer en de afdrukstand van de
documenten wijzigen. U kunt hier ook de functie Dubbelzijdig
afdrukken inschakelen, scheidingspagina's toevoegen aan
het begin en einde, en het aantal pagina's per vel wijzigen.
• Margins (Marges) - Hier kunt u de paginamarges
opgeven. Deze marges zijn niet van toepassing bij het
afdrukken van gewone PostScript-gegevens.
• Image (Afbeelding) - Hier kunt u afbeeldingsopties
instellen die worden gebruikt voor het afdrukken van
afbeeldingsbestanden (bijv. wanneer een niet-PostScript-
document naar LLPR wordt gestuurd op de
opdrachtregel). Kleurinstellingen zijn ook van kracht voor
PostScript-documents.
• Text (Tekst) - Hier kunt u de dichtheid van de tekst
kiezen en de 'syntax coloring' in- en uitschakelen.
• HP-GL/2 - Hier kunt u standaardopties instellen voor het
afdrukken van documenten in de HP-GL/2-indeling, die
wordt gebruikt door sommige plotters.
• Advanced (Geavanceerd) - Hier kunt u de
standaardinstellingen van de printer opheffen.
Als u onderaan in het venster op de knop Save (Opslaan)
klikt, worden de opties opgeslagen voor de volgende LLPR-
sessies.
Klik op knop Help als u details over de opties in het venster
wilt weergeven.
4
Om de opties toe te passen, klikt u op OK in het venster
LLPR Properties (LLPR-eigenschappen). U keert dan
terug naar het venster Linux LPR. Om te beginnen
afdrukken, klikt u op OK.
U
W PRINTER GEBRUIKEN IN
B
L
B.11
INUX