6
Zorg ervoor dat de linkerklep A open is, en sluit de
bovenklep B. Controleer of hij goed vergrendeld is.
W
: Tracht niet de linkerklep A te sluiten terwijl
AARSCHUWING
bovenklep B open is. Hierdoor kunt u de printer beschadigen.
7
Sluit de linkerklep A stevig.
8
Sluit de rechterklep C. De printer hervat het afdrukken.
P
7.13
ROBLEMEN OPLOSSEN
7