SPS 250, SPS
300, SPS 400
en SPS 500
SPS 250, SPS
300, SPS 400
en SPS 500
MasoSine SPS sinuspompen Gebruikershandleiding
De voorste voering aanbrengen
l Duw de voorste voering op zijn plaats; duw op beide uiteinden en even
hard, zodat de voering niet klem komt te zitten. De anti-rotatiepennen in de
pompbehuizing (met pijl aangeduid) zorgen ervoor dat de voering goed op zijn
plaats komt te zitten. De twee voeringen zijn identiek.
De voorplaat aanbrengen
l Controleer dat de O-ring van de voorplaat (met pijl aangeduid) in zijn groef in
de voorplaat zit.
l Breng de voorplaat over de as, de voorste steun en de tapbouten van de
pompbehuizing aan.
l Breng de dopmoeren (rechtsdraaiende schroefdraad) en pasringen op de
tapbouten van de pompbehuizing aan. Gebruik hiervoor een sleutel van 22 mm.
Draai ze vast tot 45 Nm (SPS 500: 56 Nm).
95