MasoSine SPS sinuspompen Gebruikershandleiding
13 Mogelijke pompstanden
De pomp kan in drie standen worden gemonteerd en hij kan linksom of rechtsom
draaien.
9-12
10-2
Linksom draaiende
rotor en motor
Tenzij anders aangegeven, wordt de pomp geleverd in stand 2-10. Er zijn speciaal
aangepaste mondstukstanden leverbaar.
13.1 De pompstand wijzigen
De pomp van de netvoeding loskoppelen en deze tegen onbedoeld
opstarten beveiligen.
SPS 1
00
uitlaatpoorten op stand 10-2 of 2-10 worden gezet; via de andere sets (één
bevestigingspunt met de pijl aangewezen) kan de pomp met de inlaat of uitlaat
horizontaal en de andere poort verticaal worden geplaatst.
l Steek de bouten met de pasringen door de grondplaat en de afstandsstukken
(NB: de grondplaat wordt met de langere bout en het langere afstandsstuk aan
het lagerhuis aan de achterkant van de pomp vastgezet). Schroef de bouten
in de set bevestigingspunten voor de gewenste pompstand. Haal ze met een
sleutel van 13 mm aan tot 25 Nm.
SPS 2
, SPS 250 SPS 300, SPS 4
00
l Volg de stappen voor demontage en montage van uw eigen pompmodel. Zie 22
Demontage en montage.
l Verwijder de schroeven uit het power frame. Zet de behuizing onder een hoek
van 45° naar links of rechts.
l Breng de schroeven op hun nieuwe plaats aan haal ze tot het juiste
aanhaalmoment aan:
Nm SPS 500: 56 Nm
NB: Als de stromingsrichting moet worden omgekeerd, moeten de schuifafsluiter en
zijn geleider worden omgekeerd. Zie 13.2 De draairichting wijzigen.
12-3
l Leg de pomp op zijn kant
om toegang te krijgen tot de
bevestigingsbouten van de grondplaat.
l Gebruik een sleutel van 13 mm
om de drie bouten en pasringen
te verwijderen. Telkens wanneer
u een bout verwijdert, valt er een
afstandsstuk uit de ruimte tussen de
voetplaat en de pomp.
l Op de pomp zitten drie sets
bevestigingspunten met schroefdraad;
via de middelste set (hierboven in het
voorbeeld afgebeeld) kunnen de in- en
00, SPS 500
SPS 200: 16 Nm SPS 250: 16 Nm SPS 300: 33 Nm SPS 400: 56
12-9
2-10
Rechtsom draaiende
rotor en motor
3-12
26