Inhoudsopgave
Advertenties
9 Bedieningsinstructies ASSR
9.1
De ASSR-module gebruiken
1. Elk contact tussen de geleidende delen van elektrodes of hun connectoren, inclusief de neutrale
elektrode en andere geleidende delen inclusief de aarde, moet worden vermeden.
2. Controleer de instellingen voorafgaand aan opname en controleer of de juiste prikkelsnelheid en het
juiste prikkelniveau wordt gebruikt. Een andere bediener/persoon kan de protocolinstellingen hebben
gewijzigd/verwijderd. Tijdens het opnemen zijn de prikkelsnelheid en het prikkelniveau op de
gebruikersinterface te zien.
3. Als het systeem langere tijd niet is gebruikt moet de bediener een inspectie uitvoeren van de
transducers (bijv. de siliconen buisjes van de insert-telefoons op scheurtjes controleren) en
elektroden (bijv. de houdbaarheidsdatum van de wegwerpelektroden controleren, kabels op
beschadiging controleren) om te controleren of het systeem klaar is om met testen te beginnen en
nauwkeurige resultaten te geven.
4. Er mag alleen elektrodegel worden gebruikt die is bedoeld voor elektro-encefalografie. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant betreffende het gebruik van de gel.
5. De aanwezigheid van tinnitus, hyperacusis of andere gevoeligheid voor luide geluiden kunnen een
contra-indicatie voor onderzoeken zijn als prikkels met hoge intensiteit gebruikt worden.
OPMERKNING
1. Het Eclipse-systeem bestaat uit een invoerbord met 2 kanalen, waarmee de gebruiker metingen kan
aanmaken voor beide oren zonder de elektrodes te verwisselen.
2. In het geval van gespannen spieren bij de patiënt, vooral in het gebied van de hals, nek en
schouders, kan de kwaliteit van de opnamen slecht zijn of volledig worden verworpen. Het kan nodig
zijn om de patiënt nogmaals te instrueren om zich te ontspannen en met de test door te gaan
wanneer de spieren ontspannen zijn.
D-0120582-E – 2022/10
Eclipse – Gebruiksaanwijzing - NL
Pagina 108
Advertenties
Inhoudsopgave
