Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Advertenties

Science made smarter
Gebruiksaanwijzing - NL
Diagnostic
Suite 2.10. 0

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Interacoustics Diagnostic Suite 2.10.0

  • Pagina 1 Science made smarter Gebruiksaanwijzing - NL Diagnostic Suite 2.10. 0...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoud Inleiding ..............................1 Systeemvereisten ..........................1 Installatie en systeem-setup ......................... 2 Diagnostic Suite starten ........................3 Starten vanuit Noah ........................3 Starten vanuit OtoAccess®2.0 ....................4 Een alternatieve locatie voor gegevensherstel configureren ............. 4 Als alleenstaande applicatie starten ................... 4 Diagnostic Suite –...
  • Pagina 3 Toonverval ..........................42 Hughson-Westlake ........................44 Békésy ............................45 Het gebruik van de Afdrukwizard ......................46...
  • Pagina 4: Inleiding

    In deze handleiding wordt de Diagnostic Suite-software beschreven die gebruikt wordt voor het overzetten van audiometrische en tympanometriegegevens van de alleenstaande audiometers van Interacoustics naar de computer. Met de Diagnostic Suite kunnen gebruikers audiometrische gegevens weergeven, opslaan en afdrukken. 2 Systeemvereisten •...
  • Pagina 5: Installatie En Systeem-Setup

    3 Installatie en systeem-setup De Diagnostic Suite kan geïnstalleerd worden met OtoAccess®2.0 of Noah of als alleenstaande applicatie gebruikt worden. Om de software te gebruiken in combinatie met een database (bijv. Noah3.7, Noah4 of OtoAccess®2.0), zorgt u dat de database geïnstalleerd is voorafgaand aan installatie van de Diagnostics Suite. Volg de meegeleverde installatie-instructies van de fabrikant om de database te installeren.
  • Pagina 6: Diagnostic Suite Starten

    4 Diagnostic Suite starten De Diagnostic Suite kan op de volgende 3 manieren gebruikt worden: 1) Vanuit Noah 3 / 4 2) Vanuit OtoAccess®2.0 3) Alleenstaand (zonder database) 4.1 Starten vanuit Noah Activeer in Noah het dialoogvenster Module Selection (Moduleselectie) en selecteer het nieuwe pictogram voor Diagnostic Suite (hieronder rechts afgebeeld): D-0134443-A –...
  • Pagina 7: Starten Vanuit Otoaccess®2.0

    De Diagnostic Suite heeft een back-uplocatie waar gegevens naartoe geschreven worden voor als de software per ongeluk gestopt wordt of als het systeem crasht. De volgende locatie is de standaard opslagmap C:\ProgramData\Interacoustics\Diagnsotic Suite\. Deze locatie kan echter gewijzigd worden door onderstaande instructies te volgen.
  • Pagina 8: Diagnostic Suite - Instrumentconfiguratie

    5 Diagnostic Suite – instrumentconfiguratie In de eerste paragraaf wordt beschreven hoe u audiometrische gegevens kunt overzetten van de instrumenten die geen online/computergestuurde modus ondersteunen: AS608e, AD226, AD229b/e, AC40 (versie 1), MT10(v1), nieuwe MT10(v2), oude AT235 en AA222. De nieuwe AD629/AC40/AD226/AT235(h) ondersteunt hybride modus (online/computergestuurde modi) en patiënt/sessie-overdracht, zoals beschreven in het volgende hoofdstuk.
  • Pagina 9 Selecteer in het vervolgkeuzemenu Instrument op welk instrument u aangesloten bent. Selecteer vervolgens in het vervolgkeuzemenu Comport (Com-poort) op welke com-poort op uw computer het instrument is aangesloten. Let op! Hoewel uw instrument aangesloten kan zijn via een USB-verbinding, moet u toch aangeven via welke com-poort die USB-verbinding ondersteund wordt.
  • Pagina 10: Meetgegevens Overzetten

    5.2 Meetgegevens overzetten Als de installatie van het instrument is uitgevoerd, kan de Diagnostic Suite de audiogramgegevens ophalen van het geselecteerde instrument. Het hoofdscherm van de Diagnostic Suite ziet er als volgt uit: Voor de oudere IA-instrumenten is de DS-applicatieversie alleen voor het overzetten van gegevens van de specifieke instrumenten.
  • Pagina 11: Diagnostic Suite Installatie (Sync & Hybride Modus)

    6 Diagnostic Suite installatie (Sync & hybride modus) In dit hoofdstuk worden de gegevensoverdracht (SYNC) en online computerbediening (hybride modus) beschreven. Deze functies zijn beschikbaar afhankelijk van het apparaat en de licentie. De installatie van SYNC of Hybride wordt gedaan vanuit de installatie van het instrument. Menu | Setup | General suite settings (Menu | Installatie | Algemene instellingen suite) in het tabblad AUD / IMP : Voor het instellen van AUD-apparaten (AD226/AD229/AD629/AC40) selecteert u het tabblad AUD.
  • Pagina 12: General Setup (Algemene Instellingen)

    6.1 General setup (Algemene instellingen) Printlogo en audiogramsymbolen uploaden: er kan een logo voor directe afdrukken overgezet worden naar de nieuwe AC40/AD629/AT235(h) met behulp van de knop “Up Print Logo” (printlogo uploaden). Het symbolenoverzicht dat in de Diagnostic Suite gebruikt wordt, kan overgezet worden naar de AC40/AD629/AT235(h) (voor het bekijken van het ingebouwde audiogram) via de knop "Upload Custom Symbols"...
  • Pagina 13: Suite Settings (Instellingen Suite)

    6.2 Suite settings (Instellingen suite) Menu | Setup | General suite settings (Menu | Installatie | Algemene instellingen suite) in het tabblad AUD / IMP: Startup (Opstarten): u kunt selecteren welke module moet worden getoond wanneer de suite wordt geopend Language (Taal): selecteer taal.
  • Pagina 14 Knop Print: wanneer “PDF printer enabled” (PDF-printer ingeschakeld) is geselecteerd, activeert het printpictogram op het hoofdscherm de PDF-printer. De knop Print (Afdrukken) kan worden ingesteld om automatisch af te drukken naar PDF. Selecteer het vakje PDF print enabled (PDF afdrukken ingeschakeld) om het afdrukpictogram in te stellen op afdrukken naar PDF.
  • Pagina 15: Protocol Setup (Protocolinstelling)

    6.3 Protocol setup (Protocolinstelling) De protocolinstellingen van de AUD-module van Diagnostic Suite kunnen in de installatie van AC440 aangepast worden: ’ Zie het document Aanvullende informatie voor meer informatie over protocol-configuratie. D-0134443-A – 2022/12 Diagnostic Suite – Gebruikshandleidung - NL Pagina 12...
  • Pagina 16: Sync-Modus

    6.4 SYNC-modus 6.4.1 Gegevensoverdracht met één klik (SYNC modus) Wanneer SYNC is geactiveerd kunnen de gegevens van de huidige sessie worden overgedragen van het apparaat naar de suite door op save session (sessie opslaan) te drukken op het standalone apparaat. Dit kan worden gedaan van het tabblad AUD of IMP, afhankelijk van het verbonden apparaat.
  • Pagina 17: Client Upload (Upload Klant)

    6.4.3 Client Upload (Upload klant) Op de volgende afbeelding ziet u het scherm Client upload: • Aan de linkerkant is het mogelijk de klant in de database te zoeken om de gegevens naar de database over te zetten aan de hand van verschillende zoekcriteria. Gebruik de knop “Add” (Toevoegen) om de klant van de database over te zetten (uploaden) naar het interne geheugen van het instrument.
  • Pagina 18 D-0134443-A – 2022/12 Diagnostic Suite – Gebruikshandleidung - NL Pagina 15...
  • Pagina 19: Snelstart - Tympanometriegegevens Overzetten En Opslaan

    6.5 Snelstart – Tympanometriegegevens overzetten en opslaan In Diagnostic Suite kunt u gegevens overzetten, gegevens weergeven een rapport toevoegen en uw gegevens opslaan en ze afdrukken via een aangepast afdruksjabloon. Om tympanometriegegevens over te zetten moet u het tabblad IMP openen. Aan het begin ziet u lege grafieken, zoals hieronder.
  • Pagina 20: Hybride (Online/Computergestuurde) Modus

    6.6 Hybride (online/computergestuurde) modus 6.6.1 Het scherm Tone (Klank) gebruiken In de volgende paragraaf worden de elementen van het scherm Tone (Klank) beschreven. Menu biedt toegang tot Print (Afdrukken), Edit (Bewerken), View (Weergave), Tests, Setup (Installatie) en Help Met Print (Afdrukken) drukt u de verzamelde gegevens van de sessie Met Save &...
  • Pagina 21 Met Extended Range +20 dB (Uitgebreid bereik +20 dB) wordt het testbereik uitgebreid en dit kan geactiveerd worden als de testinstelling binnen 55 dB van het maximale niveau van de transducer komt. Let erop dat de knop voor uitgebreid bereik knippert als hij geactiveerd moet worden om de hogere intensiteiten te bereiken.
  • Pagina 22 High Frequency (Hoge frequentie) toont frequenties op het audiogram (tot 20 kHz voor de AC40/AD629). U kunt echter alleen testen in het frequentiebereik waarvoor de geselecteerde hoofdtelefoon gekalibreerd is. Met High Frequency Zoom (Hoge frequentiezoom) activeert u de hoge frequentietesten en zoomt u in op het hoge frequentiebereik. Single audiogram (Enkel audiogram) wisselt u tussen de informatie van beide oren in één grafiek en twee afzonderlijke grafieken.
  • Pagina 23 Toggle Automasking (Automaskeren wisselen) activeert of deactiveert de functie Automaskeren. Zie voor meer informatie over Automaskeren de “Aanvullende Informatie” of de “Beknopte gids Maskeerhulp”. Talk Forward activeert u de Talk Forward-microfoon. U kunt de pijltjestoetsen gebruiken om het Talk Forward-niveau in te stellen via de huidig geselecteerde transducers.
  • Pagina 24 (om middernacht). Opmerking: deze tijdsperiode wordt beperkt door HIMSA en de Noah- software, en niet door Interacoustics. In de lijst Output voor kanaal 1 staat de optie om te testen via hoofdtelefoon, botgeleider, vrije veldluidsprekers of telefoon. Let erop dat het systeem alleen de gekalibreerde transducers weergeeft.
  • Pagina 25 veldluidsprekers kan kanaal 2 bijvoorbeeld ingesteld worden als tweede testkanaal. Let erop dat er een afzonderlijke opslagfunctie beschikbaar is voor kanaal 2 als kanaal 2 niet gebruikt wordt voor maskeren. Met Right + Left (rechts + links) kunnen tonen in beide oren in kanaal 1 worden geleid en ruis in beide oren in kanaal 2.
  • Pagina 26 of een klik met de linker muisknop op de knop Stimuli (Prikkels) van kanaal 2. Opslaan van een geen-reactie-drempel kunt u doen door op <Shift> N te drukken of door met de rechter muisknop te klikken in de signaalverzwakker van kanaal 2. AC PTA: het pure toongemiddelde voor luchtgeleiding wordt berekend op de frequenties die ingesteld zijn voor de berekening in de tooninstellingen.
  • Pagina 27: Aud - Installatie Pictogram

    6.6.2 AUD – installatie pictogram Met de installatie voor het pictogram kan de gebruiker alleen het relevante pictogram tonen in de navigatiebalk aan de rechterkant van het AUD-scherm. Ga naar AUD module │Menu │ Instellingen │ Pictogrammen inschakelen/uitschakelen D-0134443-A – 2022/12 Diagnostic Suite –...
  • Pagina 28: Het Spraakscherm Gebruiken

    6.6.3 Het spraakscherm gebruiken In de volgende paragraaf worden de elementen van het spraakscherm beschreven, dat naast het klankscherm bestaat: Met de schuifbalken Input levels(Invoerniveau) kan het invoerniveau aangepast worden tot 0 VU voor de geselecteerde invoer. Dit zorgt voor de juiste kalibratie van Mic1, Mic2, CD1, en CD2.
  • Pagina 29 In de lijst Output voor kanaal 1 staat de optie om te testen via de gewenste transducers. Let erop dat het systeem alleen de gekalibreerde transducers weergeeft. De lijst Input voor kanaal 1 biedt de mogelijkheid White noise (WN), Speech noise (SN), microfoon 1 of 2 (Mic1 and Mic2), CD1, CD2 en wave- bestand te selecteren.
  • Pagina 30 Fonemen beoordelen: Phoneme scoring (Fonemen beoordelen): Als fonemen beoordelen geselecteerd is tijdens de installatie van de AC440, kunt u met een muisklik het corresponderende getal koppelen aan de foneemscore. U kunt ook op de toets Up (naar boven) klikken om als juist op te slaan en op de toets Down (naar beneden) om als onjuist op te slaan.
  • Pagina 31: Spraakaudiometrie In Grafiekweergave

    6.6.4 Spraakaudiometrie in grafiekweergave In de instellingen grafiekweergave onder 'Test Symbols' (Testsymbolen) en in de presentatiemogelijkheden (Ch1 en Ch2) in het bovenste deel van het scherm kunt u de testinstellingen tijdens de test aanpassen. 1) De grafiek: de curves van de opgenomen spraakgrafiek wordt op uw scherm weergegeven. De x-as laat de intensiteit van het spraaksignaal zien en de y-as laat de score in procenten zien.
  • Pagina 32: Spraakaudiometrie In Tabelweergave

    6.6.5 Spraakaudiometrie in tabelweergave De tabelindeling van AC440 bestaat uit twee tabellen: De tabel SRT (Speech Reception Threshold) (spraakontvangstdrempel). Als de SRT-test actief is, wordt hij aangegeven in oranje De tabel WR (Word Recognition) (woordherkenning). Als WR1, WR2, of WR3 actief is, wordt het corresponderende label in oranje weergegeven D-0134443-A –...
  • Pagina 33 De SRT-tabel In de SRT-tabel (Speech Reception Threshold table) (Spraakontvangsttabel) kunnen meerdere STR's opgenomen worden aan de hand van verschillende testinstellingen, bijv. Transducer, Test Type (soort test), Intensity (testintensiteit), Masking (maskeren), en Aided (met hoortoestel). Na het wijzigen van Transducer, Masking (maskeren), en/of Aided (met hoortoestel) en opnieuw testen wordt een extra SRT-item in de SRT-tabel weergegeven.
  • Pagina 34 Binaurale opties en opties met hoortoestel Voor het uitvoeren van binaurale spraaktests: 1. Klik op SRT of WR om de test die binauraal uitgevoerd moet worden te kiezen 2. Zorg ervoor dat de transducers zijn ingesteld op binauraal testen. Bijvoorbeeld, plaats Rechts in kanaal 1 en plaats Links in kanaal 2 3.
  • Pagina 35: Pc Keyboard Shortcuts Manager (Manager Snelkoppelingen Toetsenbord Computer)

    6.6.6 PC Keyboard Shortcuts Manager (Manager Snelkoppelingen toetsenbord computer) Diagnostic suite wordt geleverd met een standaard set snelkoppelingen die in het overzicht worden gedefinieerd (zie bijlage 1). Gebruik de PC Shortcut Manager voor het wijzigen van de snelkoppelingen. Voor toegang tot de PC Shortcut Manager: Ga naar AUD module │Menu │...
  • Pagina 36 1. Alle snelkoppelingen exporteren: gebruik deze functie om de aangepaste snelkoppelingen op te slaan en over te brengen naar een andere computer 2. Snelkoppelingen importeren: gebruik deze functie om de snelkoppelingen die al zijn geëxporteerd van een andere computer te importeren 3.
  • Pagina 37: Speciale Testschermen

    7 Speciale testschermen 7.1 Weber De Weber-test maakt onderscheid tussen conductief en perceptief gehoorverlies met behulp van een beengeleider. Volg onderstaande aanwijzingen om aan te geven waar de toon wordt gehoord. Als de patiënt de toon beter hoort in het minder goede oor, dan is het gehoorverlies conductief. Als hij/zij de toon beter hoort in het betere oor, dan is het gehoorverlies perceptief bij de gebruikte frequentie.
  • Pagina 38: Hls

    7.2 HLS De HLS biedt een simulatie van het gehoorverlies via de audiometrische hoofdtelefoon of de hoge frequentie hoofdtelefoon en is voornamelijk bedoeld voor gezinsleden van de persoon met het gehoorverlies. Dit is een waardevol middel, omdat gehoorverlies in veel gezinnen leidt tot frustraties en misverstanden. Als men weet hoe gehoorverlies daadwerkelijk is, biedt dit een indruk van wat de persoon met gehoorverlies iedere dag moet meemaken.
  • Pagina 39 Start de simulatie door op de knoppen Right en/of Left te klikken die overeenstemmen met het oor waarvoor de simulatie wordt uitgevoerd. De tekst boven elke knop verandert dan van Normal naar ON. Tijdens de simulatie is het mogelijk het signaalvolume aan te passen met de knoppen dB HL Decrease/Increase channel 1/channel 2.
  • Pagina 40: Mha

    7.3 MHA MHA is een hoortoestelaanpassing die bestaat uit drie high pass-filters voor hoortoestelsimulaties van -6 dB, -12 dB, -18 dB per octaaf en een HFE-filter (High Frequency Emphasis - hoge frequentienadruk), vergelijkbaar met -24 dB per octaaf via de audiometrische hoofdtelefoon. Dit geeft een ruw beeld van wat een hoortoestel aan voordelen kan bieden en wat er uiteindelijk gewonnen kan worden door juist aangemeten hoortoestellen.
  • Pagina 41: Mld

    7.4 MLD MLD verwijst naar de verbetering in spraakverstaan in ruis als een toon respectievelijk binnen en uit fase afgespeeld wordt. Hiermee wordt de centrale auditoire functie beoordeeld, maar wijzigingen in de kantlijn kunnen ook van invloed zijn op de MLD. Het auditoire systeem kan verschillen in timing van een geluid dat de twee oren bereikt oppikken.
  • Pagina 42: Sisi

    7.5 SISI SISI is ontwikkeld om de mogelijkheid te testen een verhoging van 1dB in intensiteit te herkennen tijdens een reeks uitbarstingen van pure tonen op 20 dB boven de pure toondrempel voor de testfrequentie. Dit kan gebruikt worden om onderscheid te maken tussen cochleaire en retro-cochleaire afwijkingen, omdat een patiënt met een cochleaire afwijking de stijgingen van 1 dB wel zal opmerken, en een patiënt met een retro- cochleaire afwijking niet.
  • Pagina 43: Quicksin

    7.6 QuickSin Moeilijkheden met horen bij achtergrondgeluiden is een veelgehoorde klacht onder gebruikers van hoortoestellen. Daarom is de meting van SNR-verlies (Signaal-naar-ruis-ratio) belangrijk, omdat de capaciteit van een persoon om spraak in lawaai te horen niet op betrouwbare wijze voorspeld kan worden uit het pure toonaudiogram.
  • Pagina 44 QuickSIN-scores met en zonder hoortoestel vergelijken over een tijdspanne: Artsen kunnen nu SNR-scores met en zonder hoortoestel vergelijken. Om de scores te bekijken in een grafiek, klikt u op het grafiekicoon D-0134443-A – 2022/12 Diagnostic Suite – Gebruikshandleidung - NL Pagina 41...
  • Pagina 45: Toonverval

    7.7 Toonverval Dit is een test om de aanpassing van het auditoire systeem te helpen identificeren (Carhart, 1957). Het draait om de meting van waarneembare afname van een voortdurende toon na verloop van tijd. Dit kan wijzen op een cochleaire of neurale oorzaak van de doofheid. Testprocedure Pak de audiometrie van de patiënt erbij.
  • Pagina 46 Als de patiënt echter aangeeft dat hij/zij de toon niet meer hoort alvorens een minuut verstreken is, dan wordt de intensiteit van de toon met 5 dB verhoogd zonder de toon te onderbreken. De tijdsmeting bovenaan het scherm wordt echter gereset. De toon wordt nog steeds verder verhoogd in stappen van 5 dB tot een intensiteit is bereikt die de patiënt gedurende een volledige minuut kan horen.
  • Pagina 47: Hughson-Westlake

    7.8 Hughson-Westlake Het Hughson Westlake-testscherm kan Hughson-Westlake-gegevens tonen die verkregen zijn via standalone audiometers. Als er geen audiogram voor pure tonen bestaat, wordt een Hughson-Westlake- audiogram in het gegevensbestand opgeslagen als toonaudiogram. D-0134443-A – 2022/12 Diagnostic Suite – Gebruikshandleidung - NL Pagina 44...
  • Pagina 48: Békésy

    7.9 Békésy Het Békésy-testscherm kan Békésy-gegevens tonen die verkregen zijn via standalone audiometers. Als er geen audiogram voor pure tonen bestaat, wordt een Békésy-audiogram in het gegevensbestand opgeslagen als gemiddeld toonaudiogram. Wisselen tussen audiogramweergave en Trace-weergave. D-0134443-A – 2022/12 Diagnostic Suite – Gebruikshandleidung - NL Pagina 45...
  • Pagina 49: Het Gebruik Van De Afdrukwizard

    8 Het gebruik van de Afdrukwizard In de Afdrukwizard kunt u een aangepast printsjabloon maken dat gekoppeld kan worden aan individuele protocollen, zodat u snel kunt afdrukken. U kunt de afdrukwizard op twee manieren openen. a. Als u een sjabloon voor algemeen gebruik wilt gebruiken of een bestaand sjabloon wilt selecteren voor afdrukken: ga naar Menu/ File/Print Layout…...
  • Pagina 50 Voor meer informatie over Print reports (Rapporten afdrukken) en Print Wizard (Afdrukwizard) raadpleegt u het document Aanvullende Informatie of de Beknopte Gids rapporten afdrukken op www.interacoustics.com D-0134443-A – 2022/12 Diagnostic Suite – Gebruikshandleidung - NL...
  • Pagina 51 Bijlage 1 D-0134443-A – 2022/12 Diagnostic Suite – Gebruikshandleidung - NL Pagina 48...

Inhoudsopgave