op wijzen. Het apparaat slaat de geregistreerde meetwaarden op en kan daarnaast gemiddelde
waarden van vorige metingen weergeven.
De geregistreerde gegevens kunnen zorgverleners helpen bij het diagnosticeren en behandelen van
bloeddrukproblemen en dragen zo bij aan een gezondheidscontrole op de lange termijn voor de
gebruiker.
4. Waarschuwingen en veiligheidsrichtlijnen
Contra-indicaties
• Gebruik de bloeddrukmeter niet bij baby's, kinderen en huisdieren.
• Personen met een beperkt fysiek, zintuiglijk of geestelijk vermogen mogen het apparaat alleen
gebruiken wanneer het gebruik plaatsvindt onder toezicht van een voor hun veiligheid verant-
woordelijke persoon en wanneer zij van deze persoon aanwijzingen hebben ontvangen over het
gebruik van het apparaat.
• Alvorens het apparaat in een van de volgende gevallen te gebruiken, moet u uw arts raadplegen:
bij hartritmestoornissen, doorbloedingsstoornissen, diabetes, zwangerschap, pre-eclampsie, hy-
potensie, koude rillingen of trillingen.
• Personen met pacemakers of andere elektrische implantaten dienen vóór gebruik van het appa-
raat hun arts te raadplegen.
• De bloeddrukmeter mag niet in combinatie met een chirurgisch apparaat met hoge frequenties
worden gebruikt.
• Breng de manchet niet aan bij personen die een borstamputatie hebben ondergaan.
• Plaats de manchet niet over wonden, omdat dit kan leiden tot meer verwondingen.
• Let op dat de manchet niet om een arm wordt aangebracht waarvan de (slag)aderen een medi-
sche behandeling ondergaan, zoals intravasculaire toegang, intravasculaire therapie of een arte-
rioveneuze shunt.
6