Het printerstuurprogramma instellen
Windows 2000 - De printereigenschappen bewerken
Hier wordt beschreven hoe u het venster met de eigenschappen van het printer-
stuurprogramma kunt openen.
De standaardinstellingen van de printer maken - De printereigenschappen
2
Belangrijk
❒ Om de standaardinstellingen van de printer te wijzigen inclusief de opties,
dient u zich als een printerbeheerder aan te melden. Leden van de groepen
Beheerders en Hoofdgebruikers hebben standaard een machtiging Printers
beheren.
❒ U kunt de standaardinstellingen van de printer niet voor afzonderlijke ge-
bruikers wijzigen. De instellingen in het eigenschappenvenster van de printer
zijn van toepassing op alle gebruikers.
A
Wijs in het menu [Start], naar [Instellingen], en klik op [Printers].
Het venster [Printers] verschijnt.
B
Klik op het pictogram van de printer die u wilt gebruiken.
C
In het menu [Bestand] klikt u op [Eigenschappen.].
Het dialoogvenster Printereigenschappen verschijnt.
Wanneer u het eigenschappenvenster van de printer opent, na installatie van
het RPCS-printerstuurprogramma, opent een bevestigingsbericht. Nadat u
op [OK] hebt geklikt, wordt het eigenschappenvenster van de printer geo-
pend.
D
Maak de noodzakelijke instellingen en klik op [OK].
Opmerking
❒ De hier gemaakte instellingen worden als standaardinstellingen voor alle
toepassingen gebruikt.
Verwijzing
Raadpleeg voor meer informatie de Help van het printerstuurprogramma.
Standaardinstellingen voor de printer maken - Voorkeuren voor afdrukken
Belangrijk
❒ U kunt de standaardinstellingen van de printer niet voor afzonderlijke ge-
bruikers wijzigen. De instellingen in het eigenschappenvenster van de printer
zijn van toepassing op alle gebruikers.
A
Wijs in het menu [Start], naar [Instellingen], en klik op [Printers].
Het venster [Printers] verschijnt.
70