Andere afdrukbewerkingen
A
De afdruk in wacht configureren via de eigenschappen van het printer-
stuurprogramma.
Zie de relevante Help-bestanden voor meer informatie over het configureren
van het printerstuurprogramma.
B
Klik op [Details...] en geef vervolgens een gebruikers-ID op in het vak [Ge-
bruiker-ID:].
C
Afdrukken starten vanuit het dialoogvenster [Afdrukken] van de toepassing.
De afdruktaak in wacht wordt naar het apparaat gestuurd en opgeslagen.
D
3
Druk op het bedieningspaneel van het apparaat op de toets {Printer} om het
Printerscherm weer te geven.
E
Druk op [Afdruktaken].
F
Druk op [Lijst uitgest. afdr.tk].
Een lijst van afdrukbestanden die in het apparaat zijn opgeslagen, wordt
weergegeven.
Afhankelijk van de beveiligingsinstellingen, worden bepaalde afdruktaken
mogelijk niet weergegeven.
98