e. Als u een bestandsnaam voor bijlagen wilt toevoegen, selecteert u Bijlage en voert u een
bestandsnaam in.
Opmerking:
Als u de bestandsindeling voor bijlagen wilt wijzigen, selecteert u de huidige extensie en
selecteert u een nieuwe indeling.
f. Selecteer OK om de instellingen op te slaan.
6. De nieuwe instellingen gaan pas van kracht nadat u op de toets Home hebt gedrukt en bij de
vraag Nu opnieuw opstarten hebt aangeraakt.
D D e e s s t t a a n n d d a a a a r r d d f f a a x x i i n n s s t t e e l l l l i i n n g g e e n n w w i i j j z z i i g g e e n n
De printer past de standaard faxinstellingen op alle interne faxopdrachten toe, tenzij u ze voor
een individuele opdracht wijzigt. U kunt de volgende standaard faxinstellingen aanpassen.
De standaard faxinstellingen wijzigen:
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home.
2. Selecteer Fax.
3. Raak de opties aan die u wilt wijzigen.
4. Blader naar onderen en raak Opslaan aan.
5. Selecteer Standaardwaarden opslaan. De bestaande standaardinstellingen worden
onderdrukt door de nieuwe geselecteerde instellingen.
6. Selecteer Opslaan.
D D e e i i n n s s t t e e l l l l i i n n g g e e n n A A p p p p F F a a x x c c o o n n f f i i g g u u r r e e r r e e n n v v i i a a h h e e t t b b e e d d i i e e n n i i n n g g s s p p a a n n e e e e l l
1. Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home en raak dan Fax aan.
Opmerking:
bovenaan het scherm Fax aan.
2. Als u toepassingen in het faxmenu wilt verbergen of tonen, selecteert u Aanpassen→Lijst
met toepassingen en maakt u een selectie.
• Als u een toepassing wilt verbergen, selecteert u bij de gewenste toepassing het oog-
pictogram. Er verschijnt een lijn door het oogpictogram, om aan te geven dat de
toepassing is verborgen.
• Als u een toepassing wilt tonen, selecteert u bij de gewenste toepassing het oog-
pictogram. Er verschijnt geen lijn door het oogpictogram, om aan te geven dat de
toepassing wordt getoond.
3. Als u de functies in het faxmenu in een andere volgorde wilt zetten, selecteert u de
toepassingen en versleept u ze naar de gewenste volgorde.
4. Als u de huidige configuratie wilt opslaan, selecteert u Gereed.
S S e e r r v v e e r r f f a a x x
Met een serverfax kunt u een fax naar een faxserver verzenden via een netwerk. De faxserver
verzendt de fax naar een faxapparaat via een telefoonlijn.
Voordat u een serverfax kunt verzenden, moet u eerst een faxopslagplaats of -opslaglocatie
configureren. De faxserver haalt de documenten op de opslaglocatie op, en draagt de bestanden
vervolgens over via het telefoonnetwerk. U kunt een bevestigings-overzicht afdrukken.
De standaard bestandsindeling is .pdf.
Als u het menu wilt weergeven zonder een faxnummer in te voeren, raakt u
Xerox
WorkCentre
6515-multifunctionele printer
®
®
Handleiding voor de gebruiker
Systeembeheerderfuncties
269