17.2
Tabel van de bedrijfs- en storingsindicaties
Omschrijving
200
O
De ketel is in cv-bedrijf.
201
O
De ketel is in warmwaterbedrijf.
202
O
Het toestel bevindt zich in het schakeloptimali-
satieprogramma: het tijdsinterval voor het
herinschakelen van de brander is nog niet verlo-
pen ( servicefunctie 3-b2).
203
O
De ketel bevindt zich in stand-by, geen warmte-
vraag aanwezig.
204
O
De actuele aanvoertemperatuur is hoger dan de
gewenste aanvoertemperatuur. De brander is
uitgeschakeld.
207
–
Installatiedruk te laag.
208
O
De ketel bevindt zich in schoorsteenvegerbe-
drijf. Na 30 minuten wordt het schoorsteenve-
gerbedrijf automatisch gedeactiveerd.
212
–
Temperatuurverhoging van veiligheids- of aan-
voertemperatuursensor te snel.
214
V
De ventilator wordt gedurende de veiligheidstijd
uitgeschakeld.
215
V
Ventilator te snel.
224
B
Rookgastemperatuurbegrenzer of verwarmings-
224
V
lichaam-temperatuurbegrenzer geactiveerd.
227
B
Vlam wordt niet herkend.
227
V
228
V
Vlamsignaal ondanks uitgeschakelde brander.
Condens 2300i W – 6721825838 (2021/10)
Verhelpen
–
–
–
–
–
▶ Installatie vullen en ontluchten.
▶ Druksensor evt. vervangen.
–
▶ Afsluiters openen.
▶ Ventilator controleren, eventueel vervangen.
▶ Controleer de netspanning.
▶ Ventilator vervangen.
▶ Netspanning moet met de opgegeven waarde overeenkomen.
Wanneer de blokkerende storing langere tijd blijft bestaan, wordt de blokkerende sto-
ring een vergrendelende storing.
▶ Klepstand in cv-circuit controleren, eventueel openen.
▶ Waterdruk controleren, eventueel bijvullen tot de insteldruk is bereikt.
▶ Controleer temperatuurbegrenzer verwarmingslichaam en de aansluitkabel op on-
derbreking, eventueel vervangen.
▶ Controleer de rookgastemperatuurbegrenzer en de aansluitkabel op onderbre-
king, eventueel vervangen.
▶ Ontluchten toestel met servicefunctie 4-A1 ( pagina 33).
Na de 5e ontstekingspoging verandert de blokkerende storing in een vergrendelende
storing.
▶ Controleren of de gaskraan is geopend.
▶ Controleer de gasaansluitdruk.
▶ Controleren ionisatiesignaal.
▶ Netaansluiting controleren.
▶ Controleer en vervang eventueel de elektroden met kabel.
▶ Controleer en reinig of herstel eventueel het rookgasafvoersysteem.
▶ Controleer de gas-lucht-verhouding, eventueel corrigeren.
▶ Reinig het verwarmingslichaam.
▶ Controleer en vervang eventueel het gasblok.
▶ Controleer en corrigeer eventueel de branderinstelling.
▶ Controleer of een vlam aanwezig is.
▶ Controleer de elektroden en aansluitkabel, eventueel vervangen.
▶ Controleer en vervang eventueel het gasblok.
▶ Toestelelektronica controleren, eventueel vervangen.
Storingen
51