Gasinstelling controleren
11
Gasinstelling controleren
H Levensgevaar door explosie!
Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken.
▶ Voor werkzaamheden aan gasvoerende delen: sluit
de gaskraan.
▶ Gebruikte afdichtingen vervangen door nieuwe af-
dichtingen.
▶ Dichtheidscontrole uitvoeren na werkzaamheden
aan gasvoerende onderdelen.
De gas-lucht-verhouding mag alleen via een CO
maal nominaal warmtevermogen en minimaal nominaal warmtevermo-
gen, met een elektronisch meetinstrument, worden gecontroleerd.
▶ Bij afwijkende waarden de servicedienst inschakelen.
11.1
Ingestelde gassoort controleren
Toestellen voor de aardgasgroep I2 E(S) zijn op 20 mbar aansluitdruk in-
gesteld en verzegeld.
Een instelling op de nominale warmtebelasting en minimale warmtebe-
lasting is niet toegelaten conform NBN B 61-002 (cat. I2E(S)).
11.2
Schoorsteenvegerbedrijf instellen
In schoorsteenvegerbedrijf werkt de ketel met maximaal nominaal warm-
tevermogen.
Het schoorsteenvegerbedrijf kan alleen bij ingeschakelde verwarming en
warmwaterbereiding worden geactiveerd.
De doorgestreept symbolen voor verwarming en warm water verduidelij-
ken, dat verwarming en warmwaterbereiding uit zijn.
Afb. 39 Verwarming en warmwaterbereiding zijn uitgeschakeld
▶ Open radiatorkranen om de warmteafgifte te waarborgen.
▶ Om de verwarming en de warmwaterbereiding in te schakelen, toets
indrukken.
Om waarden te meten heeft u 30 min tijd. Daarna schakelt de ketel weer
terug naar normaal bedrijf.
▶ Druk toets ok net zolang in, tot op het display het symbool
getoond.
In het display wordt het maximale percentage van het vermogen
100 % afwisselend met de aanvoertemperatuur getoond.
36
of O
-meting bij maxi-
2
2
0010029518-001
wordt
Met de toets kan het nominale warmtevermogen in 1%-stappen
worden verlaagd.
▶ Druk op toets , om het minimale nominale warmtevermogen direct
in te stellen.
In het display wordt het minimale percentage van het vermogen af-
wisselend met de aanvoertemperatuur getoond.
▶ Voor het beëindigen van het schoorsteenvegerbedrijf toets d in-
drukken.
11.3
Controleren gas-luchtverhouding
11.3.1 Controleren gas-luchtverhouding
▶ Neem de mantel weg ( pagina 22).
▶ Verwijder de stoppen op rookgasmeetnippels.
▶ Schuif de rookgassonde circa 85 mm in het rookgasmeetpunt.
▶ Dicht het meetpunt af.
Afb. 40 Rookgasmeetnippel
▶ Om de warmteafgifte te waarborgen: Open de radiatorkranen.
▶ Druk toets ok net zolang in, tot op het display het symbool C wordt
getoond.
Het display toont het maximum percentage van het vermogen 100 %
afwisselend met de aanvoertemperatuur. De brander gaat met maxi-
maal nominaal warmtevermogen in bedrijf.
▶ Meet CO
- of O
-gehalte.
2
2
▶ CO
-gehalte voor het nominale maximale warmtevermogen conform
2
tabel controleren.
CO
/O
-gehalte controleren
2
2
Maximaal nominaal
warmtevermogen
Gassoort
CO
[%]
2
Aardgas (G20)
9,0 - 9,8
Aardgas (G25)
7,8 - 8,8
Slochteren (G25)
8,3 - 9,3
propaan (G31)
10,6 - 10,8 4,8 - 4,1
Tabel 67 CO
/O
-gehalte
2
2
Voor een juiste meting op vollast dient de brander continu ingeschakeld
te blijven.
▶ Het toestel met maximaal nominaal warmtevermogen in bedrijf ne-
men.
▶ Het CO
/O
-gehalte bij maximaal nominaal warmtevermogen in
2
2
warmwaterbedrijf (100 %) op het rookgasanalyseapparaat aflezen,
zodra de meetwaarde stabiel is.
▶ Stel met de toets het minimaal nominaal warmtevermogen in.
▶ CO
/O
gehalte aan de hand van de specificaties in de tabel 67 con-
2
2-
troleren.
▶ Controle bij maximaal nominaal warmtevermogen in warmwaterbe-
drijf en bij minimaal nominaal warmtevermogen herhalen.
▶ Wanneer een waarde of beide waarden buiten het tolerantiegebied
liggen, de servicedienst informeren.
Condens 2300i W – 6721825838 (2021/10)
6 720 614 153-07.2O
Minimaal nominaal
warmtevermogen
O
[%]
CO
[%]
O
[%]
2
2
2
4,8 - 2,7
8,2 - 9,4
6,3 - 4,1
6,7 - 4,9
7,2 - 8,2
7,8 - 6,0
6,1 - 4,4
7,5 - 8,5
7,5 - 5,8
9,9 - 10,5 5,8 - 4,9