Buitenbedrijfstelling
8
Buitenbedrijfstelling
8.1
Uitschakelen/stand-bybedrijf
Het toestel heeft een blokkeerbeveiliging die het vastlopen van de cv-
pomp en de 3-wegklep na een langere bedrijfsstilstand voorkomt.
In stand-bybedrijf blijft de blokkeerbeveiliging actief.
▶ Toestel met de toets K uitschakelen.
Het display toont alleen de symbolen ] en [.
▶ Wanneer de ketel langere tijd buiten bedrijf wordt gesteld: vorstbe-
veiliging respecteren ( hoofdstuk 8.2).
8.2
Vorstbeveiliging instellen
OPMERKING
Schade aan de installatie door vorst!
De cv-installatie kan na langere tijd bevriezen (bijvoorbeeld in geval van
stroomuitval, uitschakelen van de voedingsspanning, foutieve brand-
stofvoorziening, ketelstoring, enz.).
▶ Zorg ervoor dat de installatie steeds in bedrijf is (met name bij vorst-
gevaar).
Vorstbeveiliging voor de cv-installatie:
Vorstbeveiliging voor de cv-installatie is alleen dan gewaarborgd, wan-
neer de cv-pomp in bedrijf is en dus de gehele cv-installatie wordt door-
stroomd.
▶ Verwarming ingeschakeld laten.
▶ Maximale aanvoertemperatuur op minimaal 30 °C instellen
(hoofdstuk 7.4).
-of- Wanneer u de ketel uitgeschakeld wilt laten:
▶ Antivries in het cv-water mengen ( pagina 21) en drinkwatercircuit
laten leeglopen.
Meer instructies vindt u in het bedieningsvoorschrift van de cv-regelaar.
Ketelvorstbeveiliging:
De functie vorstbeveiliging schakelt brander en cv-pomp in, wanneer de
buitentemperatuur tot onder 5 °C afneemt. Daardoor wordt bevriezen
van de cv-ketel voorkomen.
▶ Servicefunctie 4-5b activeren of toestel in stand-bybedrijf zetten
( hoofdstuk 8.1).
OPMERKING
Bevriezingsgevaar cv-installatie.
Door de servicefunctie 4-b5 of in stand-bybedrijf bestaat alleen vorstbe-
veiliging voor het toestel.
8.3
Blokkeerbeveiliging
Deze functie voorkomt het vastlopen van de cv-pomp en de 3-wegklep na
een langere bedrijfsstilstand.
In stand-bybedrijf is de blokkeerbeveiliging ook actief.
Na iedere pompuitschakeling volgt een tijdmeting, om na 24 uur de cv-
pomp kort in te schakelen.
28
8.4
Thermische desinfectie (alleen GC2300iW .. P-ke-
tels)
Om een bacteriële verontreiniging van het warm water door bijvoorbeeld
legionella te voorkomen, adviseren wij, na langere stilstand een thermi-
sche desinfectie uit te voeren.
Een correcte thermische desinfectie omvat het warmwatersysteem in-
clusief de tappunten.
VOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel door verbranding!
Tijdens de thermische desinfectie kan het aftappen van ongemengd
warm water ernstige brandwonden veroorzaken.
▶ Maximaal instelbare warmwatertemperatuur alleen voor thermische
desinfectie gebruiken.
▶ Informeer de huisbewoners over het verbrandingsgevaar.
▶ Thermische desinfectie buiten de normale gebruikstijden uitvoeren.
▶ Draai het warm water nooit ongemengd open.
▶ Sluit de tappunten.
▶ Eventueel aanwezige sanitaire circulatiepomp op continubedrijf in-
stellen.
De thermische desinfectie kan door de ketel of door een bedieningseen-
heid met warmwaterprogramma worden aangestuurd.
▶ Start de besturing van de thermische desinfectie ( servicefunctie
2.d, pagina 31 of technische documentatie van de verwarmingsre-
gelaar).
▶ Wacht, tot de maximale temperatuur is bereikt.
▶ Opeenvolgend van het meest nabij gelegen tappunt voor warm water
tot het verst verwijderde tappunt net zolang warm water aftappen, tot
3 minuten lang heet water van 70 °C is uitgestroomd.
▶ Oorspronkelijke instellingen herstellen.
Condens 2300i W – 6721825838 (2021/10)