Positie opslaan
U kunt uw huidige positie opslaan.
> Roep het optiemenu voor de kaartweergave op.
> Druk op de toets Positie opslaan.
> Voer de gewenste naam voor de positie in.
> Druk ter bevestiging van de naam op de toets
Telefoon oproepen (modelafhankelijk)
U kunt de telefoonfunctie oproepen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweergave op.
> Druk op de toets Telefoon. De telefoonfunctie wordt opgeroepen.
Display uitschakelen
Om de afleiding door het display van het navigatieapparaat te verminderen, kunt u het display uitschakelen. Tijdens de routegeleiding krijgt
u dan alleen maar gesproken instructies. Alle pop-ups worden echter wel getoond.
> Roep het optiemenu voor de kaartweergave op.
• Druk op de toets Beeldscherm uit.
Om de uitschakeling van het display op te heffen, kunt u het display aanraken of op de knop
Sneltoetsen vastleggen
Het navigatieapparaat heeft in het optiemenu aan de linkerkant vier vrij toe te kennen toetsen, waaraan u functies van het optiemenu kunt
toekennen. Daardoor hebt u snel toegang tot functies die voor u belangrijk zijn. De toetsen hebben in de fabriek een functie toegekend
gekregen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweergave op.
> Druk op de toets Snelle toegang.
> Kies de te wijzigen sneltoets.
.
drukken.