Tip:
De hoeveelheid weergegeven functies is afhankelijk van het feit of een routegeleiding, of een route met meerdere bestemmingen actief is.
In het linker gedeelte van het optiemenu worden vier sneltoetsen weergegeven. U kunt aan deze sneltoetsen verschillende voor u belangrijke
functies van het optiemenu toekennen, zoals beschreven onder "Sneltoetsen vastleggen" op pagina 97.
U kunt het optiemenu verlaten door een functie te kiezen of de knop
Speciale bestemming op de route
(Alleen beschikbaar bij een actieve routegeleiding.) Tijdens de routegeleiding kunt u speciale bestemmingen die op de route liggen, laten
weergeven. Hierbij kunt u de categorieën van de aangeboden speciale bestemmingen vastleggen. Ook kunt u kiezen of u alleen de
eerstvolgende speciale bestemmingen, de speciale bestemmingen van de gehele route of alleen speciale bestemmingen in de nabijheid van de
eindbestemming wilt tonen.
> Roep het optiemenu voor de kaartweergave op.
> Druk op de toets Speciale bestemming.
De eerstvolgende speciale bestemmingen van de drie ingestelde categorieën worden weergegeven. De eerste kilometerweergave toont de
afstand tot de speciale bestemming. De kilometerweergave aan de rechterkant toont de omweg die ontstaat als u de speciale bestemming wilt
bereiken.
De symbolen aan de rechter zijkant tonen in een oogopslag of de omweg voor het bereiken van de betreffende speciale bestemming klein
(
), gemiddeld (
) of groot (
Door op een van de speciale bestemmingen te drukken, wordt de routegeleiding daarheen gestart. Door op de toets
bestemming te drukken, kunt u informatie over de speciale bestemming laten weergeven.
Categorieën vastleggen
> Druk op de toets Categorieën:
> Druk op de toets met de te wijzigen categorie.
> Kies aansluitend de gewenste categorie.
> Bevestig uw wijziging door op de toets OK te drukken.
) is.
in te drukken.
bij een speciale