Van de mobiele telefoon geladen lijsten
> Roep in de nummerlijst via de toetsen Gemist, Aangenomen en Gekozen de betreffende lijst op.
Met de toetsen
> Druk op de toets met de gewenste ingang om een oproep te starten.
Tip:
Door op de toets
voor een ingang te drukken worden de gegevens van de ingang weergegeven (nummer, naam, oproeptijd en
oproepdatum, voor zover aanwezig).
Bluetooth-telefoons verbinden
Om met uw navigatieapparaat te kunnen bellen, moet een met Bluetooth® wireless technology uitgeruste mobiele telefoon met het
navigatieapparaat worden verbonden. De verschillende mogelijkheden om een verbinding tot stand te brengen worden in onderstaande tekst
beschreven.
Apparatenlijst oproepen
> Druk in het telefoonmenu op de toets Telefoons.
De apparatenlijst wordt getoond.
Vanuit de apparatenlijst kunt u mobiele telefoons zoeken of mobiele telefoons verbinden.
Tip:
Als u tot nu toe nog geen verbindingen met mobiele telefoons hebt opgebouwd, is de lijst leeg.
De apparatenlijst toont regel voor regel alle mobiele telefoons die al eens met het navigatieapparaat verbonden zijn geweest. Elke regel van
de apparatenlijst is verdeeld in twee velden. Elk veld van de lijst is uitgevoerd als toets. Op de rechter toets wordt het apparaat genoemd en
met het linker icoon worden de eigenschappen ervan aangegeven.
Icoon
Betekenis
Dit apparaat is een standaardapparaat zonder bijzonderheden.
Dit apparaat is beveiligd. Als de apparatenlijst vol is, wordt dit apparaat
niet automatisch gewist. Dat kan desgewenst handmatig gebeuren. Ook
hebt u bij een beveiligde ingang de mogelijkheid om de positie in de
apparatenlijst vast te leggen.
Dit apparaat is de momenteel verbonden mobiele telefoon.
Door op de icoon te drukken kunt u een menu oproepen waarin u bijvoorbeeld het apparaat kunt beveiligen.
kan in de richting van de pijl door de lijst worden gebladerd.