NAVIGATIEMODUS
Route tonen
Na de invoer van het adres hebt u in het adresinvoermenu de mogelijkheid om de route naar de bestemming op de kaart weer te geven.
> Druk op de toets Route tonen om de route op de kaart weer te geven. De route wordt berekend.
Via de toets Starten kunt u de routegeleiding ook rechtstreeks vanuit deze weergave starten.
De overige bedieningsmogelijkheden van deze weergave zijn beschreven onder "Volledige route weergeven" op pagina 93.
Bestemming opslaan
In het adresinvoermenu opent de toets Opslaan een menu voor het invoeren van een naam voor de ingevoerde bestemming.
Als de gewenste naam is ingevoerd en via
beveiligd.
De navigatie starten
Met de toets Starten kan de routegeleiding worden gestart. Alle tot nu toe ingevoerde gegevens worden in de routeberekening verwerkt.
> Druk op de toets Starten om de routegeleiding te starten.
De route wordt berekend. Na het voltooien van de berekening verschijnt de kaartweergave en begint de routegeleiding.
Tip:
Via de symbolen boven de voortgangsbalk wordt u gewezen op eventueel door u geactiveerde beperkingen (bijvoorbeeld ongeasfalteerde
wegen, tolwegen).
Het symbool
naast de voortgangsbalk geeft aan dat de onder "De toets Routeopties" op pagina 61 beschreven tijdafhankelijke
routegeleiding geactiveerd is. (modelafhankelijk)
Als er al een routegeleiding actief is, wordt u gevraagd of de nieuwe bestemming de oude moet vervangen of de nieuwe bestemming als
tussenbestemming moet worden gebruikt.
> Kies tussen Als tussenbestemming toevoegen of Oude bestemming vervangen.
is geaccepteerd, wordt de bestemming overgedragen naar de snelle toegang en daar