Uitschakelen
U kunt het apparaat op elk gewenst moment uitschakelen.
> Druk op de knop aan de bovenzijde van het navigatieapparaat.
Het navigatieapparaat gaat dan in de slaapstand.
> Om het navigatieapparaat volledig uit te schakelen, zet u de On/Off-schakelaar aan de onderzijde van het apparaat op Off.
Tip:
Wij adviseren u het navigatieapparaat bij korte onderbrekingen van de werking (tot een week) alleen in de slaapstand te zetten. De
inschakeltijd wordt daardoor duidelijk verkort en het navigatieapparaat vindt de voor de navigatie noodzakelijke satellieten duidelijk sneller.
Als bij het inschakelen van de slaapstand een routegeleiding actief was, wordt deze automatisch voortgezet als het navigatieapparaat binnen
ca. 4 uur weer wordt ingeschakeld.
Informatie over het touchscreen
Het navigatieapparaat is uitgerust met een touchscreen.
Tip:
Om het oppervlak van het display niet te beschadigen, mag dit alleen met de vingers of met een stomp, niet smerend voorwerp worden
aangeraakt.
Bediening
Als u een toets van het touchscreen aanraakt, verschijnt er ter bevestiging van de keuze even een rood kader om deze toets. Als u een toets
aanraakt die op dat moment niet actief is, klinkt een kort geluidssignaal.
Kalibratie
Als het touchscreen niet nauwkeurig reageert, moet het gekalibreerd worden. De kalibratiefunctie wordt gestart vanuit het menu Instellingen
(zie ook pagina 128).