VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
• Het bedienen van het apparaat is alleen dan toegestaan, als de verkeerssituatie dat toelaat en u er absoluut zeker van bent dat u zelf, uw
passagiers en overige verkeersdeelnemers hierdoor niet in gevaar komen, worden belemmerd of gehinderd.
In ieder geval gelden de voorschriften van het wegenverkeersreglement. Bestemmingen mogen alleen worden ingevoerd als het
voertuig stilstaat.
• Het navigatiesysteem is slechts een hulpmiddel; de gegevens/informatie kunnen/kan in afzonderlijke gevallen onjuist zijn. De
bestuurder moet in elke situatie zelf beslissen of hij naar de informatie wil handelen. Aansprakelijkheid voor onjuiste informatie van
het navigatiesysteem is uitgesloten. Op grond van gewijzigde verkeerssituaties of afwijkende gegevens kan het voorkomen, dat
onzorgvuldige of onjuiste aanwijzingen worden gegeven. Daarom moet u altijd op de wegwijzers en verkeerssituaties ter plaatse letten.
Het navigatiesysteem kan met name niet dienen als oriëntatiehulpmiddel bij slecht zicht.
• Het apparaat mag alleen worden gebruikt voor zijn beoogde doeleinden. U dient het volume van het navigatieapparaat zodanig in te
stellen, dat geluiden van buitenaf nog goed waarneembaar zijn.
• In geval van een storing (bijvoorbeeld rook- of stankontwikkeling) dient u het apparaat direct uit te schakelen.
• Uit veiligheidsoverwegingen mag het apparaat alleen door een vakman worden geopend. Wend u voor reparaties tot uw
detailhandelaar.
Veiligheidsaanwijzingen