INSTALLATIE
Leidingen Overzicht
AFBEELDING 20-1: OVERZICHT EXTERNE LEIDINGEN RTS-BEVOCHTIGER VOOR EENHEDEN -3 EN -4
Opmerking:
• Creëer de luchtspleet alleen op een locatie met voldoende temperatuur en ventilatie om zgn. "flash" stoom te absorberen en zo condensatie op oppervlakken in de
nabijheid te voorkomen. Raadpleeg de geldende installatievoorschriften voor de afvoerleidingmaat en de maximale afvoerwatertemperatuur.
• Plaats de luchtbevochtiger op enige afstand van de overlooptrechter of het afvoerputje om te voorkomen dat flash-stoom in de kast opstijgt.
• Stippellijnen geven door installateur te verstrekken materiaal aan.
• De toevoerwaterinlaat ligt meer dan 1 in (25 mm) boven de overflow-poort, waardoor de mogelijkheid van terugstroom of overhevelen uit de tank wordt
geëlimineerd. Er is geen extra terugstroompreventie vereist; de plaatselijke voorschriften zijn echter doorslaggevend.
• Installeer zoals weergegeven een koppelstuk in de watertoevoer- en afvoerleidingen zodat de tank kan worden verwijderd.
20
HANDLEIDING VOOR INSTALLATIE, BEDIENING EN ONDERHOUD VAN DE RX SERIES RTS-BEVOCHTIGER
Stoomslang (maximale lengte 10 in [3 m])
Kan ook buizen gebruiken.
Koppelstukken
door installateur
Open afvoerput
Watertoevoerlijn:
• Aansluitingsmaat 3/4 in NPT of
BSP (DN20)
• Vereiste waterdruk 25 tot 80 psi
(175 tot 550 kPa).
Inline-zeef
Toevoerwater
Waterslagdemper
aanbevolen, door
installateur
Tankafvoer van 1 in NPT
of BSP (DN25), skimmer-
en p-afsluiterleidingen,
gespecificeerd voor 100 °C
(212 °F), als leidingen langer
zijn dan 3 m (10 in), moet de
maat worden vergroot naar
1¼ in (DN32)
Luchtspleet van 25,4 mm (1 in)
Overlooptrechter.
Loodrecht op
afvoerput
OM-8079