weergegeven door een manometer of via de
bedieningsterminal.
4.8 Variabel telescoperen
De afzonderlijke zaaikouters zijn met steunen 1 en
3 verbonden. De rijafstand wordt met de veerclip
2 ingesteld. Voor de kleinste rijafstand wordt de
machine volledig ingeschoven. De posities A tot F
vergroten de rijafstand stapsgewijs met 5 cm.
Machines met element 1 kunnen stapsgewijs van
50 - 80 cm worden getelescopeerd.
Machines met element 2 kunnen stapsgewijs van
45 - 75 cm worden getelescopeerd.
4.9 Korrelseparatie
4.9.1 Opbouw en werking van de korrelseparatie
De korrelseparatie separeert met luchtoverdruk
het zaaigoed. De afgifte bepaalt de benodigde
korrelafstand. De afgifte wordt door de keuze
van de zaaischijven en de instelling van het
toerental daarvan ingesteld. Afhankelijk van de
uitrusting van de machine wordt het toerental
van de zaaischijven op de mechanische instelbare
aandrijfkast of op de bedieningsterminal ingesteld.
Elke korrelseparatie beschikt over een eigen
zaaigoedbak. Het zaaigoed stroomt door de
aanvoeropening in de korrelseparatie.
MG6149-NL-NL | J.1 | 18.10.2022 | © AMAZONE
4 | Productbeschrijving
Variabel telescoperen
CMS-T-00003716-A.1
CMS-I-00002709
CMS-I-00002710
CMS-T-00001990-E.1
CMS-T-00001773-C.1
35