Afhankelijk van het tandwiel
3.
wielaandrijving en de gewenste korrelafstand
de overbrenging voor de nalopende
wielaandrijving uit de tabel bepalen.
De overbrenging is afhankelijk van de wielslip.
Om in het veld de impulsen per 100 m te
4.
bepalen,
zie de bedieningshandleiding AmaScan2
"Impulsen bepalen",
of
zie de bedieningshandleiding AmaCheck
"Impulsen bepalen".
Indien het aantal geregistreerde impulsen per 100 m
afwijkt van de onderstaande waarden, moet de
gewenste korrelafstand rekenkundig worden bepaald.
Tandwiel
Z=15
Z=30
MG6149-NL-NL | J.1 | 18.10.2022 | © AMAZONE
in voorlopende
2
6 | Machine voorbereiden
Machine voorbereiden voor het gebruik
I
= impulsen per 100 m
Z
330
660
CMS-I-00002869
105